2006

Contentverzamelaar

2006

In 1999 heeft de ICER een analyse gemaakt van de toepassing door de Commissie van de dwangsomprocedure bij niet-uitvoering van een arrest van het Hof van Justitie EG. In december 2005 heeft de Commissie meegedeeld (Mededeling van de Commissie van 14 december 2005, SEC(2005)1658) dat zij haar beleid ten aanzien van de toepassing van artikel 228 EG zal wijzigen. De aanleiding voor deze beleidswijziging is een uitspraak van het Hof (C-304/02, Commissie tegen Frankrijk).

De Commissiemededeling vormt aanleiding voor herziening van de ICER-analyse uit 1999. In de onderha vige herziene analyse is tevens de rechtspraak van het Hof betrokken. Het Hof heeft immers aangegeven de berekeningsmethode van de Commissie in grote lijnen te zullen volgen, maar acht zich wat betreft sancties in specifieke zaken niet gebonden aan de vorderingen van de Commissie.

De in dit advies geschetste ontwikkelingen dragen op zichzelf bij tot een striktere handhaving van het Gemeenschapsrecht. Ze kunnen echter ook voor Nederland ingrijpende financiƫle consequenties hebben. Het zou goed zijn indien hier ter dege rekening mee wordt gehouden.

In de Handleiding vindt u een overzicht van de toepassing van de procedure met betrekking tot het opleggen van boetes en dwangsommen bij niet-uitvoering van een arrest van het hof van justitie EG.

In een BNC-fiche wordt thans gewerkt aan voorstellen over de manier waarop de financiƫle lasten ten gevolge van Nederlandse inbreuken binnen de overheid kunnen worden verdeeld.

Lees meer over boetes en dwangsommen op de ECER-website

Gerelateerde documenten