11 lidstaten door met belasting financiële transacties

Contentverzamelaar

11 lidstaten door met belasting financiële transacties

Frankrijk, Duitsland, Estland, Oostenrijk, België, Griekenland, Italië, Portugal, Slowakije, Slovenië en Spanje moet worden toegestaan om nauwere samenwerking aan te gaan voor een belasting op financiële transacties (FTT). Dat heeft de Europese Commissie voorgesteld. Met de FTT willen deze lidstaten en de Commissie dat de financiële markten gaan bijdragen aan het herstel van de economie. Er zijn minstens 9 lidstaten nodig om toestemming voor nauwere samenwerking te kunnen krijgen. Volgens het regeerakkoord heeft ook Nederland belangstelling voor het voorstel.

Klik hier voor het machtigingsvoorstel van de Commissie met betrekking tot de nauwere samenwerking  op het gebied van belasting op financiële transacties.

Na nauwere samenwerking  op het gebied van echtscheidingen (Rome III) (waar Nederland niet aan meedoet) en het EU-octrooi (waar Nederland wel aan meedoet) is dit het derde voorbeeld van  samenwerking tussen een specifieke groep lidstaten sinds het Verdrag van Lissabon.

In september 2011 heeft de Commissie een voorstel gedaan voor een ‘een gemeenschappelijk stelsel van belasting op financiële transacties’. Omdat het voorstel een harmonisatie van indirecte belastingen betreft, moest het met unanimiteit in de raad worden aangenomen (artikel 113 VWEU). Die unanieme steun  kreeg het voorstel niet. Op de Raadszittingen van 22 juni en 10 juli 2012 werd vastgesteld dat er fundamentele meningsverschillen over de behoefte aan de totstandbrenging van een gemeenschappelijk FTT-stelsel op EU-niveau bestaan. Ook ziet het niet uit dat unanieme steun voor geharmoniseerde belastingen op financiële transacties in de nabije toekomst te verwachten is.

Vervolgens hebben de 11 betrokken lidstaten de Commissie bericht dat zij een nauwere samenwerking wensen aan te gaan op dit terrein.

De nauwere samenwerking doet volgens de Commissie geen afbreuk aan de interne markt of de economische, sociale en territoriale samenhang, een van de voorwaarden voor nauwere samenwerking (artikel 326, lid 2, VWEU).

Een eerdere reactie van het Nederlandse kabinet op de FTT kan worden opgemaakt uit deze kamerbrief. Het regeerakkoord zegt er het volgende over: "In Europa is een versterkte samenwerking op gang gekomen met het oog op een mogelijke heffing op de financiële sector. Nederland zal zich hierbij aansluiten op voorwaarde dat onze pensioenfondsen hiervan gevrijwaard blijven, er geen disproportionele samenloop is met de huidige bankenbelasting en de inkomsten terugvloeien naar de lidstaten".

http://europa.eu/rapid/press-release_IP-12-1138_nl.htm