17 februari: selectie activiteiten Hof van Justitie komende week

Contentverzamelaar

17 februari: selectie activiteiten Hof van Justitie komende week

Nieuwsbrief Hof van Justitie van de EG (Nederland en België/nr. 04)

20 februari - 3 maart 2006

Deze voor de pers bedoelde selectie van zaken is een initiatief van de Nederlandstalige sectie van de pers- en voorlichtingsdienst en bindt het Hof van Justitie niet.

dinsdag 21 februari

Hoorzitting in zaak T-217/02 Ter Lembeek (groep Beaulieu)/Commissie

De Belgische groep Beaulieu is een holding van vennootschappen die actief zijn in de sectoren tapijten en synthetische vezels. Het is de tweede tapijtenfabrikant ter wereld en veruit de eerste Europese fabrikant. De groep wordt overkoepeld door de holding Ter Lembeek international.

Ter Lembeek was betrokken als aandeelhouder bij drie vennootschappen onder de naam Verlipack. Na haar intrede als aandeelhouder in deze vennootschappen had zij de verplichting overgenomen om bepaalde aandelen terug te kopen van het Waalse gewest.

De terugkoop gebeurde gespreid over meerdere jaren. Het Waalse gewest verkreeg hiermee een openstaande schuldvordering op Ter Lembeek.

In 1998 kwam het Waalse gewest met Ter Lembeek overeen dat deze haar aandelen in de Verlipack Holding II aan het Waalse gewest overdroeg. In ruil zou de schuldvordering van het Waalse gewest op Ter Lembeek vervallen.

De Commissie beschouwt deze laatste overeenkomst evenwel als staatssteun en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt. De steun moet volgens de Commissie worden terugbetaald (113 712 000 BEF - 2 818 846 €).

Voor meer info zie beschikbare documenten

dinsdag 21 februari

Arrest in zaak C-255/02 Halifax e. a.

Drie rechters uit het Verenigd Koninkrijk (VAT and Duties Tribunal, Londen, de High Court of Justice of England and Wales en de VAT and Duties Tribunal, Manchester Tribunal Centre) hebben het Hof verschillende vragen voorgelegd in verband met de uitlegging van de Zesde BTW-richtlijn.

De vraag die in deze zaken rijst is of transacties die zijn verricht met de uitsluitende bedoeling een belastingvoordeel te verkrijgen en die geen zelfstandig ondernemingsdoel beogen, voor BTW-doeleinden mogen worden aangemerkt als een economische activiteit in de zin van de Zesde BTW-richtlijn.

Voor meer info zie beschikbare documenten

dinsdag 21 februari

Arrest in zaak C-152/03 Ritter-Coulais

De echtgenoten Hans-Jürgen en Monique Ritter-Coulais, van Duitse nationaliteit, zijn allebei leraar in een Duitse school en betalen in Duitsland inkomstenbelasting. Zij zijn eigenaar van een woning in Frankrijk, waar zij ook wonen.

In Duitsland bestaat een regeling op grond waarvan de kosten van een eigen woning in mindering kunnen worden gebracht van het belastbaar inkomen. De Duitse belastingadministratie weigert het echtpaar evenwel deze mindering toe te kennen met het betoog dat de woning buiten Duitsland is gelegen.

Voor meer info zie beschikbare documenten

dinsdag 21 februari

Arrest in zaak C-286/03 Hosse

De heer Hosse is Duitser. Hij werkt in Oostenrijk (Land Salzburg) als leraar. Hij betaalt er belastingen en sociale bijdragen. Hij woont in Duitsland, bij de Oostenrijkse grens, met zijn zwaar gehandicapte dochter. Op grond van een regeling van het Land Salzburg, heeft hij een uitkering aangevraagd voor zijn dochter. Dat verzoek is afgewezen met het betoog dat de wetgeving van het Land Salzburg vereist dat de behoeftige persoon in het Land Salzburg woont. Het Oostenrijkse Oberster Gerichtshof vraagt het Hof nu of die woonplaatsvereiste strookt met de Europese regels.

Voor meer info zie beschikbare documenten

donderdag 23 februari

Arrest in zaak T-282/02 Cementbouw Handel & Industrie B.V. / Commissie

Het Nederlandse Cementbouw B.V. is actief in de sector van bouwmaterialen. In 1999 kochten zij en Franz Haniel & Cie GmbH de participaties van Ruhrkohle AG in bepaalde fabrieken die lid waren van de "Coöperatieve verkoop en productievereniging van kalkzandsteenproducenten", een coöperatieve vereniging voor Nederlandse kalkzandsteenproducenten.

Volgens de Commissie leidde deze transactie tot een machtspositie op de Nederlandse markt van bouwmaterialen voor dragende muren. De Commissie verbood de transactie. Cementbouw komt op tegen de beschikking van de Commissie.

Voor meer info zie beschikbare documenten

donderdag 23 februari

Arrest in zaak C-513/03 van Hilten-van der Heijden

Een Nederlandse emigrant die binnen tien jaren na zijn vertrek uit Nederland in een ander land is overleden of een schenking heeft gedaan, wordt geacht ten tijde van zijn overlijden of van het doen van de schenking binnen het Rijk te hebben gewoond. Nederland heft dus successsierechten op zijn nalatenschap of schenkingsrechten. Vraag is evenwel of deze "woonplaatsfictie" strookt met het Europees recht, meer bepaald het vrij verkeer van kapitaal.

Voor meer info zie beschikbare documenten

donderdag 23 februari

Conclusie in zaak C-432/04 Commissie/Cresson

De Commissie legt mevrouw Cresson ten laste tijdens haar mandaat als commissaris twee persoonlijke vrienden te hebben begunstigd. Een van hen is op initiatief van mevrouw Cresson in dienst genomen hoewel zijn profiel niet beantwoordde aan de verschillende functies waarvoor hij werd aangeworven. Vervolgens heeft mevrouw Cresson hem herhaaldelijk geprotegeerd ofschoon zijn prestaties kwalitatief en kwantitatief kennelijk onvoldoende waren en de nodige relevantie misten. Daarnaast zouden aan een andere van haar vrienden contracten zijn aangeboden zonder dat daar een verzoek of een behoefte van de kant van de diensten tegenover stond. De Commissie voert aan dat het gedrag van mevrouw Cresson niet werd voorgeschreven door het belang van de instelling maar hoofdzakelijk werd ingegeven door het verlangen deze twee personen een gunst te verlenen. Deze praktijken lijken volgens de Commissie derhalve een daad van favoritisme of toch in ieder geval een duidelijke nalatigheid in te houden. De Commissie vordert de pensioenrechten en/of alle overige met deze rechten verband houdende of daarvoor in de plaats komende voordelen, welke aan mevrouw Cresson verschuldigd zijn geheel of gedeeltelijk vervallen te verklaren, waarbij de Commissie het aan de wijsheid van het Hof overlaat de tijdspanne en de omvang van dit verval te bepalen.

Voor meer info zie beschikbare documenten

donderdag 23 februari

Conclusie in zaak C-380/03 Duitsland/Parlement en Raad

Duitsland verzoekt het Hof om de artikelen 3 en 4 van richtlijn 2003/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten nietig te verklaren.

De Duitse regering betoogt dat het Parlement en de Raad met de bestreden bepalingen de grenzen hebben overschreden die het Hof in zijn arrest van 5 oktober 2000 in zaak C-376/98 heeft gesteld aan de bevoegdheid van de gemeenschapswetgever, alsmede de door het Hof gedefinieerde feitelijke voorwaarden voor bevoegdheid van de Gemeenschap heeft miskend. De aangevochten bepalingen regelen nagenoeg uitsluitend situaties zonder grensoverschrijdende elementen. Derhalve is volgens Duitsland geen sprake van daadwerkelijke handelsbelemmeringen noch van aanmerkelijke verstoringen van de mededinging.

Voor meer info zie beschikbare documenten

donderdag 23 februari

Conclusie in zaak C-374/04 Test Claimants

De High Court of Justice vraagt het Hof onder meer of de Europese regels zich ertegen verzetten dat het Verenigd Koninkrijk belastingkrediet verleent ter zake van dividenduitkeringen van in het VK gevestigde ondernemingen aan in het VK gevestigde individuele aandeelhouders of aandeelhouders die in andere lidstaten of derde landen zijn gevestigd waarmee een dubbelbelastingverdrag is gesloten, maar geen belastingkrediet verleent ter zake van dividenduitkeringen van een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde dochteronderneming aan een in Duitsland gevestigde moedermaatschappij.

Voor meer info zie beschikbare documenten