20 juli: Commissie vindt leningen aan gemeentelijke oudpapierboeren geen staatssteun

Contentverzamelaar

20 juli: Commissie vindt leningen aan gemeentelijke oudpapierboeren geen staatssteun

IP/06/1037

Brussel, 20 juli 2006

Staatssteun: twee leningen aan de VAOP (Vereniging van Aanbieders van Oud Papier) volgens Commissie geen staatssteun

De Europese Commissie heeft een diepgaand onderzoek overeenkomstig de regels van het EG-Verdrag betreffende staatssteun afgesloten en is daarbij tot de conclusie gekomen dat twee leningen aan de Nederlandse VAOP (Vereniging van Aanbieders van Oud Papier) geen staatssteun zijn. De ene lening was verstrekt door BNG, een Nederlandse bank, de andere door verschillende gemeenten. Met betrekking tot de eerste lening heeft de Commissie vastgesteld dat een particuliere bank de VAOP in dezelfde periode ook een lening had aangeboden, BNG verzocht heeft om de nodige garanties, en de financiële voorwaarden voor de betrokken lening niet in de richting wijzen van staatssteun. In het geval van de tweede lening heeft de Commissie geconstateerd dat de betrokken gemeenten enkele vorderingen hadden lopen ten aanzien van de VAOP. Het was voor die gemeenten gunstiger die vorderingen deels om te zetten in leningen dan om de VAOP op een faillissement te laten afstevenen. Zij hebben zich dan ook gedragen als typische kredietverleners in een markteconomie en hun optreden mag niet worden beschouwd als staatssteun.

Eurocommissaris Neelie Kroes van concurrentiebeleid: "In de loop van het onderzoek is duidelijk geworden dat BNG en de gemeenten zich hebben gedragen als normale marktdeelnemers. Hun leningen aan de VAOP zijn derhalve geen staatssteun."

De VAOP (Vereniging van Aanbieders van Oud Papier) is een coöperatie van verschillende Nederlandse gemeenten die is opgericht voor de inzameling en verkoop van diverse soorten recycleerbaar afval. De Commissie heeft in mei 2005, naar aanleiding van een klacht, een formele onderzoekprocedure ingeleid om na te gaan of de lening van BNG en die van de gemeenten op marktvoorwaarden waren verstrekt en of zij elementen omvatten van staatssteun.

Op basis van de bij het onderzoek verkregen aanvullende gegevens heeft de Commissie besloten dat de lening van BNG in 1998 op marktvoorwaarden is verstrekt en geen staatssteun vormt. BNG heeft de VAOP immers verzocht om garanties. Bovendien was in dezelfde periode een particuliere bank bereid de VAOP een vergelijkbare lening te verstrekken. De VAOP werd namelijk beschouwd als een bedrijf met groeipotentieel en goede vooruitzichten. Tot slot ligt de rente die BNG in rekening brengt, dicht bij het tarief dat was voorgesteld door de particuliere bank.

De tweede lening werd in 2001 verstrekt door de gemeenten die lid zijn van de VAOP. Die gemeenten hadden enkele financiële vorderingen lopen ten aanzien van de VAOP. Zij besloten die uiteindelijk deels om te zetten in een achtergestelde lening. De Commissie heeft geconstateerd dat deze gedeeltelijke omzetting het beste alternatief was voor de gemeenten. Als de VAOP namelijk failliet was gegaan, hadden zij slechts een zeer beperkt gedeelte van hun vorderingen teruggekregen, aangezien BNG het pandrecht had op bijna alle activa van de VAOP ter dekking van schulden van het bedrijf jegens BNG. De tweede lening omvat derhalve evenmin elementen van staatssteun.