8 februari: Commissie publiceert rapport over overgangsregeling werknemersverkeer voor de tien nieuwe lidstaten

Contentverzamelaar

8 februari: Commissie publiceert rapport over overgangsregeling werknemersverkeer voor de tien nieuwe lidstaten

IP/06/130

Brussel, 8 februari 2006

Vrij verkeer van werknemers had sinds de uitbreiding van 2004 een positief effect - conclusie van de Commissie in haar verslag

In een vandaag gepubliceerd verslag van de Europese Commissie staat dat de migratie van werknemers uit de lidstaten van Midden- en Oost-Europa naar de EU-15 meestal positieve effecten heeft gehad. Door de komst van werknemers uit de EU-10 konden tekorten op de arbeidsmarkt worden teruggedrongen en betere economische prestaties in Europa worden geleverd. Landen die na mei 2004 geen beperkingen hadden ingevoerd (VK, Ierland en Zweden), kenden een sterke economische groei, een daling van de werkloosheid en een toename van de werkgelegenheid. In de 12 EU-landen die wel overgangsregelingen toepassen, verliep de integratie op de arbeidsmarkt van de werknemers die legaal het land binnenkwamen, zonder problemen. Toch is gebleken dat deze landen met ongewenste neveneffecten werden geconfronteerd, zoals meer zwartwerk en schijnzelfstandigen. Voor de EU als geheel is de instroom van werknemers vrij beperkt gebleven.

De statistieken in het verslag, die door de lidstaten van de EU zelf zijn verstrekt, laten zien dat de instroom van arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europa kleiner was dan verwacht. Niets wees erop dat na de uitbreiding het aantal werknemers of de uitgaven voor sociale voorzieningen in vergelijking met de voorgaande twee jaren ineens waren gestegen. Onderdanen van nieuwe lidstaten (EU-10) vertegenwoordigden minder dan 1% van de arbeidskrachten in alle landen, behalve in Oostenrijk (1,4% in 2005) en Ierland (3.8 % in 2005). Ierland heeft relatief gezien de grootste instroom van werknemers gehad en dit heeft bijgedragen tot de zeer goede economische prestaties van het land. De werknemers uit de EU-10 brachten vaardigheden waar vraag naar was en volgens het "Verslag over de werking van de overgangsregelingen" was het percentage niet-gekwalificeerde werknemers veel lager dan het overeenkomstige nationale cijfer.

Vladimir Spidla, de EU-commissaris voor werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen, beseft weliswaar dat de lidstaten het recht hebben om verder gebruik te maken van overgangsregelingen, maar adviseert niettemin deze landen zorgvuldig na te gaan of deze regelingen gezien de ontwikkeling van hun arbeidsmarkten en de gegevens in dit verslag moeten worden voortgezet: "Vrij verkeer van werknemers is een van de vier fundamentele vrijheden van de EU. Uit het verslag blijkt duidelijk dat het vrije verkeer van werknemers geen verstorend effect heeft gehad op de arbeidsmarkten van de EU-15. Integendeel, verschillende landen en Europa als geheel hebben er baat bij gehad," aldus de commissaris.

De nationale beperkingen hebben slechts weinig direct effect gehad op het beheersen van de mobiliteit van werknemers, zo staat in het verslag. "Er is geen direct verband tussen de omvang van de migratiestromen uit de lidstaten van de EU-10 en de geldende overgangsregelingen. Migratiestromen worden uiteindelijk bepaald door factoren die te maken hebben met vraag en aanbod," aldus het verslag. Talrijke werkvergunningen waren afgegeven voor tijdelijk werk of seizoensarbeid.

Volgens het toetredingsverdrag van 16 april 2003 kunnen lidstaten tot 30 april 2006 beslissen of zij nationale beperkingen op het vrije verkeer van werknemers in de EU opheffen. Deze beperkingen hebben de oude lidstaten (EU-15, behalve Ierland, Zweden en het VK) in mei 2004 op de komst van werknemers uit de acht nieuwe lidstaten uit Midden- en Oost-Europa ingevoerd. Dezelfde restricties op migratie van werknemers in de andere richting zijn opgelegd door drie nieuwe lidstaten: Hongarije, Polen en Sloveniƫ (zie MEMO/06/64 voor volledige gegevens per land).

Op grond van het toetredingsverdrag moet de Commissie een verslag opstellen met statistieken en informatie over de migratie van werknemers van de nieuwe naar de oude lidstaten van de EU vanaf de uitbreiding in mei 2004. De bedoeling is de lidstaten met feitelijke gegevens te helpen bij hun beslissing of zij al dan niet willen doorgaan met hun beperkingen op de komst van werknemers op hun nationale arbeidsmarkten.

Het verslag van de Commissie moet nu aan de Raad worden voorgelegd.

Lees ook: [[ Vragen en antwoorden]] in het memo van de Commissie van 8 februari 2006.

Meer informatie is te vinden op :

http://europa.eu.int/comm/employment_social/emplweb/news/news_en.cfm?id=119
IP/05/1153
MEMO/05/325
SPEECH/05/518