A-G: advies over door lidstaat aan gemeentelijke onderneming betaalde compensatiesteun voordat die lidstaat tot EU toetrad en de kwalificatie van steun als bestaande of nieuwe steun

Contentverzamelaar

A-G: advies over door lidstaat aan gemeentelijke onderneming betaalde compensatiesteun voordat die lidstaat tot EU toetrad en de kwalificatie van steun als bestaande of nieuwe steun

Artikel 107 van het EU-Werkingsverdrag moet zo worden uitgelegd dat een jaarlijkse compensatie die door een overheidsinstantie in het kader van een overeenkomst uit staatsmiddelen aan een gemeentelijke vennootschap op aandelen wordt betaald als tegenprestatie voor de toezegging van deze vennootschap om kosteloos een bepaalde dienst te verlenen, waarvoor tot het sluiten van de overeenkomst vergoedingen in rekening werden gebracht, staatssteun kan vormen wanneer deze vennootschap met betrekking tot de betrokken dienst moet worden beschouwd als een onderneming en deze compensatie deze vennootschap een voordeel oplevert dat zij onder normale marktvoorwaarden niet zou hebben verkregen, waardoor het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan worden beïnvloed en de mededinging kan worden vervalst. Dat is het advies van advocaat-generaal Biondi aan het EU-Hof naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Zweedse rechter.

Het gaat om de conclusie van advocaat-generaal (A-G) Biondi van 5 juni 2025 in zaak C-401/24 (Stockholms Hamn).

Het is volgens de A-G aan de nationale rechter om op basis van alle relevante omstandigheden te beoordelen of en in hoeverre aan de genoemde voorwaarden is voldaan.

Artikel 1 van de Procedureverordening (nr. 2015/1589) moet daarnaast volgens de A-G zo worden uitgelegd dat, ervan uitgaande dat het gaat om steun in de zin van artikel 107, lid 1, EU-Werkingsverdrag, deze compensatie, waarvan de betaling, overeenkomstig de oorspronkelijke voorwaarden van de overeenkomst waarbij zij is vastgesteld, zonder opzegging van die overeenkomst, is verlengd voor periodes van vijf jaar en waarvan het bedrag is gewijzigd, enerzijds jaarlijks op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen en anderzijds bij het verstrijken van elke periode van vijf jaar op basis van de omvang van de kosteloze dienstverrichting, volgens een formule die in de tijd ongewijzigd is gebleven, een bestaande steunmaatregel in de zin van die bepalingen vormt, behoudens controle door de nationale rechter.

Opmerking : een conclusie van een A-G is een advies aan het EU-Hof. Het EU-Hof is volledig vrij daarvan af te wijken. Het is nog niet bekend wanneer de uiteindelijke uitspraak van het EU-Hof zal verschijnen. Dit kan nog enkele maanden duren. De uitspraak van het EU-Hof zal wel bindend zijn.

Meer informatie:
ECER-dossier: Staatssteun