A-G: een databank met persoonsgegevens mag onder voorwaarden zonder instemming van betrokkenen worden verkocht
Nieuwsbericht | 26-02-2024
Het gaat om de conclusie van advocaat-generaal (hierna: A-G) Priit Pikamäe van 22 februari 2024 in de zaak C-693/22 (I. (Verkoop van een database).
Achtergrond Een Poolse rechtbank oordeelt over een geschil tussen een bedrijf en een lid van de raad van bestuur van een ander bedrijf dat gespecialiseerd is in onlineverkoop en waartegen het eerstgenoemde bedrijf een schuldvordering heeft. Het lid van de raad van bestuur kan persoonlijk aansprakelijk zijn wanneer de debiteurvennootschap geen activa heeft om de vordering van de crediteurvennootschap te voldoen. Dit lid is echter van mening dat dit niet het geval is omdat de debiteurvennootschap, naast andere activa, twee databases heeft van gebruikers van het onlineplatform dat zij had gecreëerd. Deze bevatten persoonsgegevens van honderdduizenden mensen die niet hebben ingestemd met de verwerking van hun gegevens in de vorm van het beschikbaar stellen van deze gegevens aan derden buiten dat platform.
De Poolse rechtbank betwijfelt of de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) een handhavingsambtenaar toestaat om deze databanken in het kader van een handhavingsprocedure zonder toestemming van de betrokkenen te verkopen en heeft een prejudiciële vraag over de zaak voorgelegd aan het EU-Hof.
Conclusie A-G In zijn conclusie stelt advocaat-generaal Priit Pikamäe voor dat het EU-Hof de gestelde vraag bevestigend antwoordt.
Volgens de A-G vallen de handelingen die de gerechtsdeurwaarder verricht met het oog op de schatting van de waarde van de betrokken databanken en de openbare verkoop ervan binnen de werkingssfeer van de AVG. Zij omvatten op zijn minst het opvragen, raadplegen, gebruiken en ter beschikking stellen van deze persoonsgegevens aan de koper, en moeten daarom worden beschouwd als een "verwerking" van deze gegevens in de zin van deze verordening. Daarnaast is de A-G van mening dat de gerechtsdeurwaarder moet worden beschouwd als de verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens.
Voorts concludeert de advocaat-generaal dat de betrokken verwerking rechtmatig is wanneer zij noodzakelijk is voor de uitvoering van een taak die wordt verricht in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de gerechtsdeurwaarder is opgedragen.
Ten slotte merkt de A-G op dat het doel van de verwerking door de gerechtsdeurwaarder verschilt van het oorspronkelijke doel om het gebruik van het betrokken online verkoopplatform mogelijk te maken. Om deze verdere verwerking als verenigbaar met de AVG te kunnen beschouwen, moet zij in een democratische samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel vormen om een van de door deze verordening nagestreefde doelstellingen van algemeen belang te verwezenlijken. Volgens de advocaat-generaal kan van die doelstellingen de doelstelling om de tenuitvoerlegging van civielrechtelijke vorderingen te waarborgen in beginsel de verwerking van de in casu aan de orde zijnde gegevens rechtvaardigen. Hij stelt ook dat de beoordeling of een maatregel evenredig is, die de Poolse rechter moet uitvoeren, een afweging inhoudt tussen het eigendomsrecht van de schuldeiser en het recht op bescherming van de persoonsgegevens van de gebruikers van het betrokken onlineplatform.
Opmerking: Een conclusie van een A-G is een advies aan het EU-Hof. Het EU-Hof is volledig vrij daarvan af te wijken. Het is nog niet bekend wanneer de uiteindelijke uitspraak van het EU-Hof zal verschijnen. Dit kan nog enkele maanden duren. De uitspraak van het EU-Hof zal wel bindend zijn.
Meer informatie:
Persbericht Curia ECER-dossier : Privacy