Advies: openbaarheid en eerlijkere verdeling schaarse vergunningen

Contentverzamelaar

Advies: openbaarheid en eerlijkere verdeling schaarse vergunningen

Bestuursorganen moeten bij het verdelen van zogenoemde schaarse vergunningen potentiële gegadigden de mogelijkheid bieden om naar de beschikbare vergunningen mee te dingen. Dit vloeit voort uit het formele gelijkheidsbeginsel zoals dat ook binnen de EU wordt toegepast. Bestuursorganen moeten bij deze procedures bovendien een "passende mate van openbaarheid" garanderen. Dat is het advies van staatsraad advocaat-generaal Widdershoven aan de Raad van State.

Het gaat om een conclusie van 25 mei 2016 met zaaknummer 201406676/2 van staatsraad advocaat-generaal Widdershoven, uitgebracht op verzoek van de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Aanleiding is een geschil over een exploitatievergunning en een aanwezigheidsvergunning voor een speelautomatenhal in Vlaardingen. De vergunningen zijn verleend aan één casino, terwijl de aanvraag van een ander speelautomatenbedrijf door het gemeentebestuur is afgewezen. Volgens dit speelautomatenbedrijf is de procedure rond de vergunningverlening niet transparant verlopen en stond bij voorbaat vast dat het begunstigde casino de vergunningen zou krijgen.

In zijn conclusie gaat de staatsraad advocaat-generaal in op het formele gelijkheidsbeginsel. Bij het verdelen van schaarse vergunningen moet de gemeente met dit beginsel rekening houden, waarbij ze een "passende mate van openbaarheid" moet garanderen om gelijke kansen te creëren. Zo moet praktische informatie over de aanvraag en de procedure voor het begin van de aanvraagperiode adequaat bekend worden gemaakt. Daarnaast moeten de criteria aan de hand waarvan de gemeente een vergunning verleent duidelijk, precies en ondubbelzinnig geformuleerd zijn. Die criteria zullen bovendien op dezelfde manier moeten worden toegepast op alle aanvragen. Verder mogen schaarse vergunningen in principe niet meer voor onbepaalde tijd worden verleend, aldus Widdershoven.

De A-G verwijst in zijn conclusie uitdrukkelijk naar EU-wetgeving. Zo schrijven verschillende EU-richtlijnen voor de verdeling van schaarse publieke rechten openbare en competitieve procedures voor. De conclusie is bovendien in lijn met de jurisprudentie van het EU-Hof, dat zich meerdere malen heeft uitgesproken over vergunningsstelsels voor kansspelen, bijvoorbeeld in de gevoegde zaken Costa & Cifone (C-72/10 en C-77/10).

Binnen enkele maanden zal de grote kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak doen in deze zaak.