Advocaat-Generaal Colomer overleden

Contentverzamelaar

Advocaat-Generaal Colomer overleden

Het EU-Hof van Justitie heeft bekend gemaakt dat Advocaat-Generaal Ruiz Jarabo Colomer (Spanje) is overleden. Hij bekleedde de functie van Advocaat-Generaal sinds 1995. Colomer was een ervaren A-G en stond bekend als een erudiet jurist. In zijn conclusies maakte hij vaak gevatte verwijzingen naar grote maar ook kleine literaire werken. Zijn favoriete bron van inspiratie was ‘De vernuftige edelman Don Quichot van la Mancha’. Het is bekend dat de vertaaldienst van het Hof de beroemde roman van Cervantes in alle talen van de Unie op de plank heeft staan.

Enkele voorbeelden van opmerkelijke voetnoten bij zijn conclusies:

In de zaak Commissie/Finland (C-284/05), over de invoer van militair materieel:

“Ik ben het niet eens met het spreekwoord si vis pacem para bellum, ondanks de overredingspoging, in een schalkse uitschieter, van de door mij zo bewonderde Cervantes, die Don Quichot laat zeggen „Uit mijn ogen wie zeggen dat de letteren [de wetten] verhevener zijn dan de wapenen; ik zal hun, ongeacht hun persoon, duidelijk maken dat zij niet weten wat ze zeggen. [...] de wapenen, die de orde als oogmerk en streven hebben, het hoogste goed dat de mens zich in dit leven kan wensen”.

In de Nederlandse zaak Rijkeboer (C-28/08), over persoonsgegevens die worden bewaard in de Gemeentelijke Basisadministratie:

“Net als het terughalen van al dan niet rechtmatig verwerkte gegevens, is het herstellen van het geheugen een delicaat werk. Met uitgewiste sporen uit het verleden moet behoedzaam worden omgesprongen, zoals Proust stelde in verband met de suggestieve kracht van de herinnering, aangezien „[d]e plaatsen die wij hebben gekend niet alleen behoren tot de ruimtelijke wereld waarin wij ze gemakshalve situeren. Zij waren niet meer dan een dun plakje temidden van de vele impressies waaruit ons leven van weleer bestond; de herinnering aan een beeld is niets anders dan het gemis van een bepaald ogenblik, en de huizen, de paden en de dreven zijn helaas even vergankelijk als de jaren”. Marcel Proust, À la recherche du temps perdu, Du coté de chez Swann, Ed. Gallimard, La Pléiade, Parijs, 1987, deel I, blz. 419 en 420”.

In de zaak Tadao Maruko (C‑267/06), over beloning als de essentie van een arbeidsrelatie:

Om die reden klaagde Sancho Panza bij Don Quichot dat hij niet de hemden had gekregen die Altisidora hem had beloofd, indien hij haar zou genezen: „Echt, heer, ik ben de slechtst bedeelde dokter van de hele wereld, want je hebt er die zelfs als ze de zieke die ze behandelen vermoorden, betaald willen worden voor hun moeite, al bestaat die alleen maar uit het zetten van een handtekening onder een stukje papier met wat geneesmiddelen die zo iemand niet eens zelf bereidt maar de apotheker, en dat varkentje is weer gewassen; en aan mij, die voor het welzijn van een ander heb betaald met bloeddruppels, neusgeplet, knepen, prikken en geselslagen, geven ze geen mallemoer” (M. de Cervantes Saavedra, op. cit., deel II, hoofdstuk LXXI; vertaling van Barber van de Pol).

In de zaak Bourquain (C-297/07), over de samenwerking van rechters uit verschillende lidstaten:

“Mijn jaren als rechter in Spanje en de jaren die ik als advocaat-generaal in Luxemburg heb gewerkt geven mij daarenboven het voordeel van een langjarige ervaring waardoor ik het oneens mag zijn met de illustratieve overpeinzingen van Flore, D., „La notion de confiance mutuelle: l´alpha ou l´oméga d´une justice pénale européenne” in La confiance mutuelle dans l´éspace européen/Mutual Trust in the European Criminal Area, Editions de l´Université de Bruxelles, 2005, blz. 17: „Wanneer een rechter in Brussel bij tijd en wijle al aan de kundigheid van een collega in Aarle of Brugge kan twijfelen, hoe zou hij dan geen twijfels moeten hebben ten aanzien van de beslissingen van een verre collega, die hij nooit heeft ontmoet en ook nooit zal ontmoeten, die zijn werk doet in een land dat hij niet kent, waar hij nooit een voet zal zetten, en die wellicht noch zijn status noch zijn onafhankelijkheid heeft, die een ander recht toepast en een andere taal spreekt [...]”.”