AG: monopoliehouders kansspelen mogen reclame maken

Contentverzamelaar

AG: monopoliehouders kansspelen mogen reclame maken

Advocaat-Generaal bij het EU-Hof Yves Bot is van mening dat belangrijke onderdelen van het Nederlandse systeem van kansspelen niet in strijd zijn met het Europese recht, in het bijzonder met het vrij verrichten van diensten. De zaak is aangespannen door de Britse bedrijven Betfair en Ladbrokes, die graag toegang willen tot de Nederlandse kansspelmarkt.

Zijn conclusie is een nieuwe opsteker voor het Nederlandse beleid, na de uitspraak van het Hof in de zaak Liga Portuguesa (C-42/07). In dat arrest oordeelde het Hof dat het weren van andere aanbieders op de nationale kansspelmarkt is toegestaan.
De AG schaart zich achter de bestaande rechtspraak van het EU-Hof over kansspelen. Deze rechtspraak houdt in dat het mogelijk is om regels te stellen aan kansspelen teneinde de consument te beschermen tegen gokverslaving. Het is ook toegestaan om het recht om kansspelen te exploiteren te gunnen aan één bedrijf. Er moet daarbij wel getoetst worden of de regeling noodzakelijk en evenredig is.

Hij zet zich in zijn conclusie af tegen kansspelen. Deze spiegelen volgens hem de consument een illusie voor, leidend tot verarming van hen die eraan toegeven. Volgens Bot vormt het geen bron van vooruitgang en ontwikkeling om deze markt open te stellen. Het Europese recht moet dan ook in die context worden uitgelegd.

De AG komt tot vier belangrijke conclusies, waarin hij antwoord geeft op vragen aan het Hof van de Hoge Raad en de Raad van State:

  • het is toegestaan voor monopoliehouders om reclame te maken voor hun gokactiviteiten. Het doel van de regeling is namelijk om een aantrekkelijk alternatief neer te zetten voor het illegale en verboden spel. De Nederlandse regeling heeft niet alleen het doel om de consument te beschermen, maar ook om fraude te voorkomen. De nationale rechter moet nagaan of de specifieke regeling, gelet op de doelstellingen ervan, evenredig is.
  • Het is niet nodig dat de nationale rechter, nadat hij heeft vastgesteld dat het Nederlandse beleid geschikt is om de doelstellingen na te streven en evenredig is, nog concrete maatregelen die daaruit voortvloeien toetst aan het Europese recht. Als de maatregel zelf in orde is, dan zijn handhavende maatregelen dat ook.
  • Nederland is niet verplicht om de Britse vergunning van Betfair te erkennen. Die plicht is niet van toepassing op kansspelen. Dat heeft het Hof van Justitie bepaald in het arrest Liga Portuguesa.
  • Op een monopoliestelsel bij kansspelen is volgens de AG het transparantiebeginsel van toepassing. Dat betekent dat er een oproep tot mededinging moet plaatsvinden voordat de vergunning wordt verleend. Op die manier kunnen bedrijven, ook die gevestigd zijn in een andere lidstaat, blijk geven van hun belangstelling om de kansspelen te exploiteren. Uitzonderingen op dit beginsel zijn mogelijk, bijvoorbeeld uit het oogpunt van bescherming van de consument tegen het gevaar van gokverslaving en fraudebestrijding. Of daar in dit geval sprake van is moet worden nagegaan door de nationale rechter.