Algemene Rekenkamer brengt rapport uit over mogelijke verbeteringen ten aanzien van EU-subsidies

Contentverzamelaar

Algemene Rekenkamer brengt rapport uit over mogelijke verbeteringen ten aanzien van EU-subsidies

Uit het rapport blijkt dat EU-subsidieontvangers aangeven dat ontvangen EU-subsidies wel degelijk een verschil voor uitvoering van hun project maken. Het ontbreekt echter op landelijk niveau aan een goede inhoudelijke onderbouwing hoe beschikbare budgetten uit de EU-fondsen verdeeld zouden moeten worden over maatregelen of regio’s. Ook is er onvoldoende sturing hoe het geld ingezet kan worden met de meeste toegevoegde waarde en is er nog te weinig bekend over de behaalde resultaten met deze EU-subsidies.

Het gaat om het rapport van de Algemene Rekenkamer genaamd “Toegevoegde waarde van EU-subsidies in Nederland”, dat medio oktober 2022 werd gepubliceerd.

Uit het rapport blijkt dat Nederland in de periode 2014-2020 ruim 7,4 miljard euro aan EU-subsidies heeft besteed. De Europese Commissie en vier betrokken Nederlandse ministers zijn hiervoor gezamenlijk verantwoordelijk. Hoewel uit het rapport blijkt dat ontvangers van de subsidies tevreden zijn, zijn nog verbeteringen mogelijk op het vlak van inzicht of het geld optimaal is besteed om de grootste nationale uitdagingen het hoofd te bieden.

De beschikbare budgetten van de EU-fondsen worden door Nederlandse Ministeries vertaald in nationale programma’s. Het gaat om uiteenlopende terreinen, van landbouw, visserij, plattelands- en natuurontwikkeling, tot regionale economie en arbeidsparticipatie en het voorkomen van sociale uitsluiting. Maar ook opvang van asielzoekers en terugkeer van vreemdelingen of samenwerking van politiediensten. Het rapport constateert dat het vaak ontbreekt aan een probleemanalyse of inhoudelijke onderbouwing, waardoor niet aannemelijk is gemaakt waar de meeste toegevoegde waarde met het EU-geld kan worden behaald.

Meer inzicht in de geleverde prestaties en gerealiseerde effecten maakt het sturen op toegevoegde waarde van EU-subsidies in opeenvolgende periodes beter mogelijk. Nu ligt het accent vooral op bijhouden of al het beschikbare geld uitgegeven wordt. Aandacht voor goed getimede evaluaties naar de effecten van de subsidies is er minder. Het ESF-programma vormt hierop een uitzondering en de aanpak bij het ESF (Europees Sociaal Fonds) verdient volgens het rapport dan ook navolging bij andere EU-subsidies. 

Uit afgenomen interviews en enquêtes ten behoeve van het rapport, zowel onder subsidieontvangers als afgewezen aanvragers, blijkt dat de EU-subsidie een positieve bijdrage levert aan de projecten. 90 procent van de respondenten zegt dankzij de EU-subsidie een project sneller gestart te zijn, of grootschaliger te hebben opgezet of een betere kwaliteit van producten te hebben kunnen leveren. Van de aanvragers die niets kregen, staakte de helft het project. Een derde van deze aanvragers paste de aanpak aan. Ruim twee derde van de respondenten geeft aan een extern adviseur te hebben ingeschakeld voor de tijdrovende subsidieaanvraag en/of voor de verantwoording van het bestede Europees geld. Die administratieve last wordt als zwaar ervaren.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Algemene Rekenkamer
ECER-bericht: Algemene Rekenkamer start onderzoek naar toegevoegde waarde van EU-subsidies in de periode 2014-2020 (16 februari 2021)