Bescherming persoonsgegevens onder het Verdrag van Lissabon

Contentverzamelaar

Bescherming persoonsgegevens onder het Verdrag van Lissabon

Als het Verdrag van Lissabon in werking treedt dan heeft dat grote gevolgen voor de bescherming van persoonsgegevens. Op een conferentie in Berlijn heeft de Europese Toezichthouder Bescherming Persoonsgegevens, de Nederlander Peter Hustinx, uiteengezet hoe gegevensbescherming er onder het Verdrag van Lissabon er volgens hem uit zal komen te zien.

De EDPS noemt drie belangrijke gevolgen van de eventuele inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de bescherming van persoonsgegevens:

1. De afschaffing van de pijlerstructuur. De samenwerking in de derde pijler (politionele en justitiƫle samenwerking in strafzaken) komt onder dezelfde noemer als bijvoorbeeld asiel& immigratie en de interne markt. Het EG-Hof van Justitie bepaalde overigens in februari 2009 dat de richtlijn betreffende de bewaring van telecomgegevens (de dataretentierichtlijn), die als doel had criminaliteit te bestrijden, inderdaad onder de eerste pijler viel. Het onderscheid is dus nu al minder logisch, zo vindt Hustinx.
2. Uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Parlement. Onder het Verdrag van Lissabon wordt de codecisieprocedure uitgebreid naar de onderwerpen die nu onder de derde pijler vallen. Het Europees Parlement staat bekend als een voorvechter van de privacybescherming. De EDPS is blij dat het EP onder het Verdrag van Lissabon meer invloed krijgt.
3. In het Verdrag van Lissabon is een algemeen artikel betreffende gegevensbescherming opgenomen, artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (WEU). Op dit moment zijn de grondslagen voor gegevensbescherming op verschillende plekken terug te vinden in het EU- en EG-verdrag. Met name het EG-verdrag loopt wat betreft de EDPS achter op de ontwikkelingen op het gebied van privacy; hier is een band met de interne markt nog altijd vereist. Met het nieuwe artikel krijgt de burger een rechtstreeks werkend recht op privacy. Het recht op privacy is volgens Hustinx hiermee vergelijkbaar met bijvoorbeeld het recht op vrij verkeer van personen in de EU.

Hustinx gaat ook dieper in op de juridische consequenties van het Verdrag van Lissabon voor de huidige EU-privacywetgeving. Hoe zit het bijvoorbeeld met de verschillen tussen de privacyrichtlijn in de eerste pijler en het kaderbesluit bescherming persoonsgegevens in de derde pijler? Volgens Hustinx zullen deze instrumenten met het vervallen van de pijlerstructuur moeten worden aangepast of misschien zelfs wel gevoegd. Een verschil in het niveau van bescherming is in ieder geval volgens hem na inwerkingtreding van Lissabon niet langer gerechtvaardigd.

Lees hier de tekst van de toespraak van de Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming