Boete geluidshinder luchtvaart blijft overeind

Contentverzamelaar

Boete geluidshinder luchtvaart blijft overeind

Een boete voor het overschrijden van geluidsnormen door vliegverkeer, gemeten vanaf de grond vlakbij een luchthaven, is niet in strijd met de EU-regels inzake vliegtuiglawaai. De EU kent specifieke regels voor een exploitatieverbod voor lawaaiige maatschappijen. Een boete is echter in beginsel geen exploitatieverbod, zo vindt het EU-Hof.

Het gaat om het arrest in de zaak European Air Transport (C‑120/10).

De zaak gaat over een geding tussen een luchtvaarmaatschappij, European Air Transport (EAT), en de Belgische autoriteiten die de luchtvaarmaatschappij een boete hadden opgelegd wegens veelvuldige overschrijding van de geluidsdrempel. De geluidswaarden waren gemeten vanaf de grond nabij de luchthaven van Zaventem.

EAT was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter. De maatschappij voerde aan dat in richtlijn 2002/30 inzake geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens wordt uitgegaan van aan de bron (niet aan de grond) gemeten maximumgeluidsniveaus.

Voorvraag is echter of hier wel sprake is van een exploitatiebeperking. En dat is niet het geval. Volgens het Hof is een exploitatieverbod een volledig of tijdelijk verbod dat de toegang van vliegtuigen tot een luchthaven van een lidstaat van de Europese Unie verbiedt. En daar is bij deze boete geen sprake van. EAT kan nog wel Zaventem aandoen, maar moet een boete betalen.

Het Hof laat echter nog wel ruimte om een boete te beoordelen als een exploitatieverbod. Het is volgens het Hof niet uitgesloten dat een boeteregeling vanwege de relevante economische, technische en juridische omstandigheden waarvan zij deel uitmaken dezelfde werking kunnen hebben als een toegangsverbod.