Brexit: Europees Parlement keurt Handels- en Samenwerkings-overeenkomst (HSO) goed

Contentverzamelaar

Brexit: Europees Parlement keurt Handels- en Samenwerkings-overeenkomst (HSO) goed

Op 24 december 2020 bereikten de onderhandelaars van de Europese Unie en het VK een akkoord over een Handels- en Samenwerkings-overeenkomst (HSO). Het Europees Parlement heeft nu ook haar goedkeuring verleend. Daarmee kan, na besluitvorming door de Raad, de Handels- en Samenwerkings-overeenkomst in werking treden per 1 mei 2021.

Achtergrond

Het Europees Parlement heeft de Handels- en Samenwerkings-overeenkomst (HSO) op 28 april 2021  met een grote meerderheid goedgekeurd: 660 stemmen voor, 5 tegen en 32 onthoudingen. De bijbehorende resolutie, die de evaluatie en de verwachtingen van het Parlement over het akkoord bevat, werd goedgekeurd met 578 stemmen voor, 51 tegen en 68 onthoudingen.

Op 24 december 2020 bereikten onderhandelaars van de EU en van het VK overeenstemming over het HSO. In die overeenkomst zijn de voorwaarden vastgelegd voor de toekomstige samenwerking tussen het VK en de EU. De overeenkomst werd al voorlopig toegepast sinds 1 januari 2021 en in dit verband was een termijn gesteld aan goedkeuring door het Parlement die verloopt op 30 april 2021.  De instemming van het Parlement  bij de HSO is nodig om de overeenkomst permanent in werking te laten treden.

De bijbehorende resolutie werd opgesteld door de  VK-coördinatiegroep  en de  Conferentie van voorzitters  . In de resolutie verwelkomt het Parlement het sluiten van het HSO, dat de negatieve gevolgen van de uittreding van het VK uit de EU beperkt. Maar het noemt het vertrek van het VK uit de EU een “historische vergissing”, omdat een derde land nooit dezelfde voordelen kan genieten als een lid van de EU.

De parlementsleden zijn positief over de bepalingen in de HSO over nulquota en nultarieven tussen de EU en het VK. De garanties voor eerlijke concurrentieregels zouden als voorbeeld moeten dienen voor toekomstige vrijhandelsovereenkomsten. Het Parlement is het eens met de bepalingen over onder andere visserij, consumenten, luchtverkeer, energie en gegevensbescherming.

Daarentegen betreuren de parlementsleden dat het VK niet bereid was een akkoord te sluiten over het voorzetten van het beleid op het terrein van buitenlandse zaken, veiligheid, en ontwikkelingssamenwerking en dat het VK niet wilde deelnemen aan het Erasmus+ programma voor studentenuitwisselingen.

Het Parlement geeft aan belang te hechten aan het behoud van de vrede op het Ierse schiereiland bij het instemmen met de toekomstige relatie. De parlementsleden veroordelen de recente unilaterale acties van het VK die in strijd zijn met het  terugtrekkingsakkoord (zie hierover ook dit ECER-bericht (25 maart 2021). Ze roepen de Britse regering op om “te goeder trouw te handelen en de voorwaarden van de door haar ondertekende overeenkomsten volledig en onverwijld ten uitvoer te leggen,” waaronder het protocol over Ierland en Noord-Ierland, en om die toe te passen in overeenstemming met het tijdschema dat samen met de Europese Commissie werd opgesteld.

De Europarlementariërs benadrukken tot slot dat het Parlement een volledige rol moet spelen bij het toezicht op de uitvoering van de overeenkomst en dat er rekening moet worden gehouden met de standpunten van het Parlement.

Meer informatie: