Brexit: Principe-akkoord in groen, geel en wit en aanvullende richtsnoeren voor kader toekomstige relatie

Contentverzamelaar

Brexit: Principe-akkoord in groen, geel en wit en aanvullende richtsnoeren voor kader toekomstige relatie

De EU en het VK hebben een principe Brexitakkoord bereikt. Een van de grotere openstaande kwesties blijft echter de Ierse grens-kwestie. De Europese Raad heeft aanvullende richtsnoeren vastgesteld voor de onderhandelingen over de toekomstige betrekkingen. Het VK heeft eerder al 'rode lijnen' geschetst – uit de interne markt en douane unie, geen rechtsmacht voor het EU Hof - maar over andere onderwerpen is nog geen duidelijkheid.

Principe Brexit akkoord verwelkomd door RAZ artikel 50

Op 19 maart is een principe Brexit akkoord door hoofdonderhandelaren Barnier en David Davis gepresenteerd. Op 20 maart deed Barnier verslag hiervan in de Raad Algemene Zaken. De Raad heeft daarnaast Raadsverklaringen betreffende financiële diensten en luchtvaart aangenomen.

Nog niet over alles is volledige overeenstemming tusssen de EU en het VK. Die is er in beginsel wel  over de overgangsperiode, de rechten van burgers, financiële afwikkeling en bijvoorbeeld de afwikkeling van lopende douane procedures op het moment dat de overgangsperiode eindigt. Barnier heeft echter benadrukt dat ondanks deze stappen richting een ordelijke uittreding van het VK uit de EU, dat nothing is agreed until everything is agreed. Ten aanzien van een eventuele overgangsperiode heeft Barnier meermalen benadrukt dat die niet gegeven is. Vooralsnog is bovendien overeengekomen dat gedurende die periode het EU-acquis, inclusief nieuwe EU-regelgeving die van kracht wordt, op het VK van toepassing blijft. EU-burgers die zich tijdens de overgangsperiode in het VK vestigen, hebben daarmee dezelfde rechten die EU-burgers die daar nu al wonen en werken, hebben. Het gemeenschappelijke visserijbeleid loopt in de overgangsperiode ook door. Het betekent ook dat het VK behandeld wordt als ware het nog een lidstaat in het kader van internationale overeenkomsten met derde landen. Maar het maakt geen deel meer uit van de EU-instellingen en zal geen leden van de EU-instellingen meer kunnen benoemen of kiezen. Het VK mag tijdens de overgangsperiode wel met derde landen onderhandelen over handelsakkoorden en deze ook sluiten. Deze handelsakkoorden kunnen echter niet van toepassing worden tijdens de overgangsperiode, tenzij de EU besluit om hierop een uitzondering te maken. De overgangsperiode gaat in op het moment dat het terugtrekkingsakkoord in werking treedt en eindigt in beginsel op 31 december 2020. Deze datum is geen toeval: op die datum eindigt ook het huidige Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de Unie.

De onderdelen van het terugtrekkingsakkoord waarover nog verder wordt onderhandeld, zijn onder meer de Ierse grenskwestie (op het eiland tussen Noord-Ierland en de Republiek), ‘governance’, intellectueel eigendom en lopende samenwerking in strafzaken en geschillenbeslechting. Over de Ierse grenskwestie is opgenomen dat de ‘terugvaloptie’ onderdeel wordt van de verdragstekst van het terugtrekkingsakkoord, tenzij en tot het moment dat er een andere oplossing wordt gevonden. Deze terugvaloptie verwijst naar punt 49 van het gezamenlijk verslag van de onderhandelaren van 8 december 2017: Bij gebrek aan overeengekomen oplossingen zal het VK volledige naleving blijven garanderen van de interne markt regels en de douane-unie die de Noord-Zuidsamenwerking, de economie van het gehele eiland en de bescherming van de overeenkomst van 1998 ondersteunen.

Het principeakkoord is op de site van de Commissie gepubliceerd. Het document maakt met kleuren inzichtelijk waar in beginsel overeenstemming over bestaat (groen) en waar op overeenstemming bestaat over het beleid maar nog nadere redactionele wijzigingen en verduidelijkingen nodig zijn (geel). De onderdelen die nog wit zijn, zijn voorgesteld door de EU maar nog onderwerp van besprekingen.

Aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren voor toekomstige relatie EU-VK

De Europese Raad (ER artikel 50) heeft op 23 maart aanvullende richtsnoeren vastgesteld over het kader van de toekomstige betrekkingen. Deze richtsnoeren beschrijven in algemene termen de mogelijkheden voor de nieuwe relatie tussen de EU en het VK. Daarbij moet rekening worden gehouden met de ‘rode lijnen’ van het VK en de uitgangspunten van de EU. Er wordt benadrukt dat het vertrek van het VK uit de interne markt en de douane-unie onvermijdelijk gepaard gaat met frictie in de handel tussen het VK en de Unie en financiële consequenties zal hebben. Maar de EU geeft in de richtsnoeren ook aan bereid te zijn haar aanbod te heroverwegen als de positie van het VK zich ontwikkelt.

In de richtsnoeren wordt benadrukt dat de nieuwe handelsrelatie gepaard moet gaan met garanties voor een gelijk speelveld. Een derde land dat zich niet aan dezelfde regels en voorwaarden houdt als EU-lidstaten kan eenvoudigweg niet dezelfde rechten binnen de EU hebben als die lidstaten. De Raad herhaalt dat ook de rol van het EU-Hof van Justitie moet worden gerespecteerd. De nieuwe relatie zal niet alleen handel maar ook sociaaleconomische onderwerpen zoals luchtvaart, visserij, en interne en externe veiligheid omvatten. De ER artikel 50 heeft daarnaast een verklaring afgelegd over het belang van consistentie tussen huidige EU-wetgevingsvoorstellen en de Brexitonderhandelingen. Ook nam de ER artikel 50 een verklaring aan met de disclaimer dat deze richtsnoeren geen precedent vormen voor wetgeving van de Unie of betrekkingen tussen de Unie en derde landen of internationale organisaties.

Sinds de publicatie van de aanvullende richtsnoeren is nog geen concrete positie door het VK ingenomen – anders dan de geschetste rode lijnen -  over hoe het de toekomstige relatie ziet.

Meer info: