Bundesverfassungsgericht: Verdrag van Lissabon ‘gebilligt’, maar met voorwaarden

Contentverzamelaar

Bundesverfassungsgericht: Verdrag van Lissabon ‘gebilligt’, maar met voorwaarden

De rechters van het Duits constitutioneel hof in Karlsruhe, het Bundesverfassungsgericht, hebben geoordeeld dat de Duitse wet ter ratificatie van het Verdrag van Lissabon in overeenstemming is met de Duitse grondwet. Hiermee is een belangrijk juridisch obstakel voor de Duitse ratificatie weggenomen. Echter, het Hof is wel van oordeel dat het Duitse parlement meer inspraak moet krijgen in EU-aangelegenheden. Totdat die inspraak tot stand is gebracht zal de Duitse ratificatie worden opgeschort.

De 147 pagina’s tellende uitspraak wordt door sommige rechters beschouwd als de belangrijkste uitspraak die zij in hun carrière zullen doen. Het Hof gaat uitgebreid in op de reikwijdte van de Duitse grondwet. Zo oordeelt het Hof bijvoorbeeld dat de Duitse grondwet niet toelaat dat de EU een federatie wordt.

De Duitse goedkeuringswet bij het Verdrag van Lissabon (het zogenoemde ‘Zustimmungsgesetz’) is in overeenstemming met de Duitse grondwet, maar de Bundestag en Bundesrat hebben naar het oordeel van de rechters onvoldoende rechten gekregen met betrekking tot de totstandkoming van EU-wetgeving en verdragswijzigingen.

Het Hof maakt een uitgebreide analyse van de Europese integratie tot nu toe. De EU is geen federale staat, zo vindt het Hof, al vertoont de EU op sommige beleidsterreinen wel kenmerken van een federatie. De EU blijft gebaseerd op internationaal recht. Duitsland blijft, ook na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, een soevereine staat.

Het democratisch gehalte van besluitvorming moet worden bewaakt worden, zo vinden de rechters. Hierbij moet het Europees Parlement het ontgelden: dit heeft in de ogen van de Duitse rechters onvoldoende bevoegdheden om beslissende politieke richting te geven aan de besluitvorming. Er is in dat opzicht sprake van een structureel democratisch tekort. De Duitse democratie kan niet door de EU ondermijnd worden.

Daarom moet de grondwettelijk vastgelegde inspraak van het Duitse parlement (Bundestag en Bundesrat) gewaarborgd blijven. Het overhevelen van bevoegdheden van het nationale niveau naar het Europese niveau behoeft de instemming van het parlement. Eén van de wetten ter ratificatie van het Verdrag van Lissabon voorzag onvoldoende in dit recht. Deze wet zal gewijzigd moeten worden. Tot dat het geval is kan de ratificatie niet doorgaan.

De Bundestag zal het zomerreces onderbreken voor een buitengewone vergadering eind augustus. De verwachting is dat de wetswijziging nog vóór de Duitse verkiezingen op 27 september 2009 kan worden afgerond.

De Europese Commissie is blij met de uitspraak. Voorzitter Barroso reageerde opgetogen. Staatssecretaris Frans Timmermans voor Europese Zaken verwacht geen extra problemen bij de invoering van het Verdrag van Lissabon. Dat liet hij vanuit Parijs weten.

Overigens dichten de rechters het Bundesverfassungsgericht in hun uitspraak ook zichzelf een grote rol toe: het Europese recht heeft een effectief ‘ultra vires’ toezicht nodig; daar kan het Bundesverfassungsgericht in voorzien.