Bye bye cowboys; hello new cowboys.

Contentverzamelaar

Bye bye cowboys; hello new cowboys.

Het insnoeren van de Brusselse onderhandelaar leidt tot verlies aan flexibiliteit. Mede onder invloed van moderne technologieën hebben onderhandelaars in Brussel steeds minder ruimte bij de onderhandelingen. De nadruk is komen te liggen op verdediging van de nationale belangen in plaats van het zoeken naar een compromis. Aan de andere kant zijn de Europese instellingen zelf steeds sterker geworden binnen het Brusselse proces. Deze conclusies staan in een onderzoek van instituut Clingendael naar aanleiding van het vertrek van één van de meest ervaren Nederlandse onderhandelaars, Frank Schumacher.

Frank Schumacher is sinds 1988 in zijn functie als Sociaal Raad betrokken geweest bij onderhandelingen in Brussel ten aanzien van sociale wetgeving. Zijn ervaring is uniek, aangezien veel diplomaten na 4 jaar van functie wisselen en in veel gevallen terugkeren naar de hoofdsteden. De onderzoekers van Clingendael hebben hem en andere onderhandelaars (ook uit andere lidstaten) geïnterviewd.

In de loop der jaren is de focus sterk komen te liggen op de bewaking van de nationale belangen, in plaats van het streven naar compromis in Europa, zo stellen de onderzoekers. Door de ontwikkeling van moderne technologie doen de hoofdsteden als het ware mee aan de vergaderingen in het Raadsgebouw. Permanente vertegenwoordigers krijgen zeer gedetailleerde schriftelijke instructies. Het smeden van meerderheden in het Europese krachtenveld is hierdoor ingewikkelder geworden. Steeds vaker wordt er naar de Europese Raad gekeken voor ‘geschillenbeslechting’, waar knelpunten vroeger wellicht op ambtelijk niveau of in ieder geval op Raadsniveau konden worden afgedaan.

Bekeken van een andere kant zijn instellingen als de Europese Commissie, Europees Parlement en het Hof van Justitie in de loop der jaren sterk geprofessionaliseerd. Medewerkers van de Commissie hebben zich in de loop der jaren ontwikkeld van ’Eurofielen’ naar managers met alle kwaliteiten van dien. Ook het Europees Parlement heeft een sterkere rol in het wetgevingsproces.

Het is nog de vraag in hoeverre de (in feite politieke) gaten die deze manier van doen creëert uiteindelijk kunnen worden opgevuld door rechtspraak van het Hof van Justitie. De lidstaten en de Commissie moeten zich afvragen of zij het zo ver willen laten komen. Bovendien is het nog maar de vraag of het Hof deze rol op zich wil nemen.