C-005/13 Kovács
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 18 februari 2013 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 4 maart 2013 Schriftelijke opmerkingen: 4 april 2013 Trefwoorden: motorvoertuigen; vrij werknemersverkeer; gelijke behandeling; burgerschap
Onderwerp: VWEU artikel 18 (geen discriminatie naar nationaliteit); artikel 20 (burgerschap); artikel 45 (vrij verkeer werknemers)
Verzoeker is Hongaars staatsburger. Hij woont in HON maar werkt in OOS. Voor het woon/werkverkeer heeft hij sinds 27 maart 2012 een in OOS geregistreerde personenauto in bruikleen, eigendom van zijn werkgever. Verzoeker wordt op de eerste dag dat hij het voertuig in HON gebruikt aangehouden voor controle van de papieren, maar hij kan op dat moment geen contract over de bruikleen overleggen. De controleurs verwijderen de kentekenplaten en trekken de administratieve vergunning voor het voertuig in, later wordt deze tezamen met het kentekenbewijs nietig verklaard. De procedure wordt stilgelegd als verzoeker bewijst dat hij het voertuig met toestemming van zijn werkgever gebruikt, ook op de dag van de aanhouding. Verzoeker start een procedure naar aanleiding van de hem opgelegde boete op grond van de HON wegenverkeerswet daar hij inbreuk zou hebben gemaakt op de regeling inzake voertuigen met een buitenlandse kentekenplaat die door inwoners van HON gebruikt worden op HON grondgebied. Hij vraagt nietigverklaring van de geldboete omdat hij inmiddels bewijs heeft geleverd dat deze ten onrechte is opgelegd. Maar het besluit wordt bevestigd omdat verzoeker op het moment van de controle zijn papieren niet in orde had. Verzoeker geeft toe dat hij het document inderdaad op dat moment niet bij zich had. Hij meent echter dat het mogelijk moet zijn dit verzuim goed te maken. Maar de autoriteiten geven niet toe.
De verwijzende HON rechter stelt het HvJEU de volgende vraag: “Moeten het verbod van discriminatie, het beginsel van vrij verkeer van personen en het recht op een eerlijk proces aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale bepaling zoals artikel 25/B van wet nr. I van 1988, waarin is bepaald dat in Hongarije aan het wegverkeer mogen deelnemen voertuigen waarvoor de Hongaarse autoriteiten een administratieve vergunning en een kentekenplaat hebben afgegeven en dat enkel bij een controle kan worden vastgesteld of is voldaan aan de voorwaarden om van dat voorschrift af te wijken?”
Specifiek beleidsterrein: IenM