C-011/13 Bayer CropScience

Contentverzamelaar

C-011/13 Bayer CropScience

Prejudiciële Hofzaak C-11/13 Bayer CropScience

Ze bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:  22 februari 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:  8 maart 2013
Schriftelijke opmerkingen:                  8 april 2013
Trefwoorden: octrooi; aanvullend beschermingscertificaat (ABC) gewasbeschermingsmiddelen

Onderwerp:
- Verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen;
- Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21  oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermings-middelen en tot intrekking van de richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad

Verzoekster is houdster van een Europees octrooi voor ‘gesubstitueerde isoxazoline’. Deze zaak gaat over haar aanvraag voor een ABC voor gewasbeschermingsmiddelen voor het product „isoxadifen en zouten en esters daarvan”. Isoxadifen is een zgn beschermstof die aan gewasbeschermingsmiddelen wordt toegevoegd vanwege de fytotoxische effecten. Zij heeft haar aanvraag gebaseerd op de eerder gegeven voorlopige toelating voor een gewasbeschermingsmiddel genaamd ‘MaisTer’.
Het DUI Patent- und Markenamt wijst de aanvraag af (2007) omdat een voorlopige toelating niet voldoende is en evenmin aan de voorwaarden voldoet.
Verzoekster gaat in beroep, verwijzend naar een aantal door het HvJEU gewezen arresten als gevolg waarvan het niet langer gerechtvaardigd is de weigeringsgronden te handhaven. De appelrechter bevestigt dat maar voert als weigeringsgrond toe dat een beschermstof mogelijkerwijs geen werkzame stof kan zijn en dus geen product in de zin van Vo. 1610/96. In Vo. 1107/2009 wordt namelijk uitdrukkelijk onderscheid gemaakt tussen werkzame stoffen, beschermstoffen en synergisten waardoor beschermstoffen mogelijk uitgesloten zijn van een beschermingscertificaat.

De verwijzende DUI rechter stelt daarom het HvJEU de volgende vraag:
„Moeten de begrippen product in artikel 3, lid 1, en artikel 1, punt 8, en werkzame stof in artikel 1, punt 3, van verordening nr. 1610/96 aldus worden uitgelegd dat ook een beschermstof daaronder valt?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-229/09 Hogan Lovells Intl; C-322/10 Medeva; C-422/10 Georgetown University
Specifiek beleidsterrein: EZ

Gerelateerde documenten