C-045/13 Kainz

Contentverzamelaar

C-045/13 Kainz

Prejudiciële Hofzaak C-45/13 Kainz

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:  14 maart 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:  28 maart 2013
Schriftelijke opmerkingen:                  28 april 2013
Trefwoorden: EEX

Onderwerp: Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (artikel 5 lid 3)

Verzoeker valt op 3 juli 2009 van zijn fiets omdat de uiteinden van de vork van het wiel van de fiets zijn losgekomen. Hij stelt de producent , de in Zuid-Duitsland gevestigde Panterwerke AG, aansprakelijk voor een bedrag van € 21.200 en stelt dat de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis in OOS gelegen is (artikel 5 lid 3 van Vo. 44/2001) zodat de OOS rechter bevoegd.
Verweerster ontkent de bevoegdheid van de OOS rechter omdat deze niet internationaal bevoegd zou zijn. Bovendien is de fiets in DUI in het verkeer gebracht en heeft ook het ongeval in DUI plaatsgevonden.
De rechter in eerste aanleg wijst verzoekers vordering op grond van laatstgenoemde feiten af. In beroep wordt dat bevestigd omdat het Handlungsort zich in ieder geval in DUI zou bevinden.

De verwijzende OOS rechter (‘Oberster Gerichtshof’) stelt vast dat het verschil van inzicht zich toespitst op de vraag waar de ‘plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis’ in dit geval ligt. Hij stelt het Hof de volgende vragen:
1. Moet de uitdrukking „plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen” in artikel 5, punt 3, van verordening (EG) nr. 44/2001 bij productaansprakelijkheid aldus worden uitgelegd, 1.1 dat onder plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis („Handlungsort”) moet worden verstaan de plaats waar de producent is gevestigd;
1.2 dat onder plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis („Handlungsort”) moet worden verstaan de plaats waar het product in het verkeer is gebracht;
1.3 dat onder plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis („Handlungsort”) moet worden verstaan de plaats waar de gebruiker het product heeft gekocht?
2. Indien de vraag onder punt 1.2 bevestigend wordt beantwoord:
2.1 Is het product in het verkeer gebracht wanneer het het productieproces van de producent heeft verlaten en is opgenomen in een verkoopproces waarin het in ge- of verbruiksklare vorm aan het publiek wordt aangeboden;
2.2 Is het product in het verkeer gebracht wanneer het gestructureerd aan eindverbruikers wordt verkocht?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:  C-127/04 O Byrne; C-189/08 Zuid-Chemie
Specifiek beleidsterrein: VenJ

Gerelateerde documenten