C-080/13 ACO Industries Tábor (alsnog gevoegd met C-053/13 Strojirny Prostejov)

Contentverzamelaar

C-080/13 ACO Industries Tábor (alsnog gevoegd met C-053/13 Strojirny Prostejov)

Prejudiciële Hofzaak C-080/13 ACO Industries Tábor (alsnog gevoegd met C-053/13 Strojirny Prostejov)

Zie bijlage rechts voor d verwijzingsuitspraak
Klik op de volledige dossiers C-80/13 en C-53/13 van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:  11 april 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:  28 april 2013
Schriftelijke opmerkingen:                  28 mei 2013
Trefwoorden: belastingen; vrij verkeer van diensten; gelijke behandeling

Onderwerp:
- Artikel 56 en 57 VWEU (vrij verkeer diensten)
- Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

Het Hof heeft deze zaak alsnog gevoegd met de eerder door de TSJ rechter voorgelegde zaak C-53/13, zodat de termijnen van de twee zaken nu gelijkgesteld worden zoals boven aangegeven.
Verzoekster in deze zaak vervaardigt producten voor de bouw. In 2007 en 2008 huurt zij uitzendkrachten in bij een in TSJ gevestigd SLW uitzendbureau. De uitzendkrachten krijgen een contract voor ongeschoolde arbeid. Partijen hebben tevoren een tarief afgesproken.
Bij een fiscale controle blijkt dat verzoekster geen voorheffing betaalt in de zin van de wet op de inkomstenbelasting, waartoe verzoekster volgens de belastingdienst wel verplicht is. Zij krijgt dan ook een naheffing, waartegen zij in beroep gaat.
Maar de rechter is van mening dat het Hof in C-290/04 heeft beslist dat buitenlandse dienstverleners anders mogen worden belast dan binnenlandse.

De verwijzende TSJ rechter meent dat de TSJ regeling belemmerend kan werken voor buitenlandse ondernemers en de fundamentele vrijheden beperkt. Hij stelt het Hof de volgende vragen:
1. Verzetten de artikelen 18, 45, 49 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zich tegen een regeling op grond waarvan een in een lidstaat gevestigde werkgever voorheffing dient te betalen over het inkomen van werknemers (onderdanen van een andere lidstaat) die een uitzendbureau uit een andere lidstaat hem tijdelijk heeft toegewezen via een vestiging in eerstbedoelde lidstaat?
2. Verzetten de artikelen 18, 45, 49 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zich tegen een regeling op grond waarvan voor die werknemers de belastinggrondslag forfaitair is vastgesteld op minimaal 60 % van het door het uitzendbureau in rekening gebrachte bedrag wanneer dat bedrag de bemiddelingskosten omvat?
3. Indien de eerste of de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord, kunnen dan in een geval als het onderhavige de genoemde fundamentele vrijheden worden beperkt om redenen van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid, of om de doeltreffendheid van fiscale controles te waarborgen?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-290/04 FKP Scorpio Konzertproduktionen
Specifiek beleidsterrein: FIN
Mede SZW

Gerelateerde documenten