C-101/13 U
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 18 april 2013 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 4 mei 2013 Schriftelijke opmerkingen: 4 juni 2013 Trefwoorden: reisdocumenten; burgerschap; handvest grondrechten
Onderwerp: - Verordening (EG) nr. 444/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2009 (Pb L 142, blz. 1) (tot wijziging van Vo. 2252/2004) betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten.
De zaak is geanonimiseerd, maar de verwijzingsbeschikking gaat uitgebreid in op de naam van verzoeker, want de zaak gaat over de schrijfwijze in het DUI paspoort die verwarring zou kunnen scheppen. Zijn familienaam is Foos, zijn voornamen Sam Patrick maar hij heeft ook een geboortenaam: Elsadi. Binnen Europa ondervindt verzoeker geen problemen maar hij is zakelijk buiten Europa actief. Gevolg van de vermelding van zijn geboortenaam is dat zijn volledige naam op allerlei verschillende wijzen wordt geschreven. Vooral de toevoeging ‘geb.’(Elsadi) is verwarrend en volgens het DUI recht onjuist weergegeven omdat ‘geb’ geen onderdeel van zijn naam is. Hij stelt dan ook dat zijn rechten als burger geschonden worden en twijfelt of het noemen van de geboortenaam (zoals gesteld in Vo. 2252/2004) behoort tot de primaire identificatiekenmerken als bedoeld in de Vo.
De verwijzende DUI rechter stelt het HvJEU de volgende vragen: 1) Moet overeenkomstig de bijlage bij verordening (EG) nr. 2252/2004 [van de Raad van 13 december 2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten] de wijze van afgifte van de machineleesbare pagina met persoonsgegevens van de door de lidstaten afgegeven paspoorten stroken met alle verplichte specificaties van deel 1 (machineleesbare paspoorten) van document nr. 9303 van de ICAO? 2) Wanneer volgens het naamrecht van een lidstaat de naam van een persoon bestaat uit zijn voor- en familienaam, is de lidstaat dan overeenkomstig de bijlage bij verordening (EG) nr. 2252/2004 juncto punt 8.6 van sectie IV van deel 1 (machineleesbare paspoorten) van document nr. 9303 van de ICAO gerechtigd ook de geboortenaam als primair identificatiekenmerk in vak 6 van de machineleesbare pagina met persoonsgegevens van het paspoort te vermelden? 3) Wanneer volgens het naamrecht van een lidstaat de naam van een persoon bestaat uit zijn voor- en familienaam, is de lidstaat dan overeenkomstig de bijlage bij verordening (EG) nr. 2252/2004 juncto punt 8.6 van sectie IV van deel 1 (machineleesbare paspoorten) van document nr. 9303 van de ICAO gerechtigd ook de geboortenaam als secundair identificatiekenmerk in vak 7 van de machineleesbare pagina met persoonsgegevens van het paspoort te vermelden? 4) Indien vraag 2 of vraag 3 bevestigend wordt beantwoord, is een lidstaat volgens wiens naamrecht de naam van een persoon uit zijn voor- en familienaam bestaat, op grond van de bescherming van de naam van een persoon overeenkomstig artikel 7 van het [Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”)] en artikel 8 van het [Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: „EVRM)] verplicht om in de aanduiding van het vak voor gegevens van de machineleesbare pagina met persoonsgegevens van het paspoort waarin de geboortenaam wordt ingeschreven, te vermelden dat in dat vak ook de geboortenaam wordt ingeschreven? 5) Indien vraag 4 ontkennend wordt beantwoord, is een lidstaat volgens wiens naamrecht de naam van een persoon uit zijn voor- en familienaam bestaat en volgens wiens nationale paspoortrecht de aanduidingen van de vakken voor gegevens op de machineleesbare pagina met persoonsgegevens van het paspoort ook in het Engels en het Frans worden vermeld en in vak 6 van de machineleesbare pagina met persoonsgegevens van het paspoort op een eigen regel ook de geboortenaam en vóór deze geboortenaam de afkorting „geb.” voor „met geboortenaam” moet worden vermeld, op grond van de bescherming van de naam van een persoon overeenkomstig artikel 7 van het Handvest en artikel 8 EVRM verplicht om de afkorting „geb.” voor „met geboortenaam” ook in het Engels en het Frans te vermelden? 6) Wanneer volgens het naamrecht van een lidstaat de naam van een persoon uit zijn voor- en familienaam bestaat, is de lidstaat dan overeenkomstig de U 3 bijlage bij verordening (EG) nr. 2252/2004 juncto punt 8.6 van sectie IV van deel 1 (machineleesbare paspoorten) van document nr. 9303 van de ICAO gerechtigd de geboortenaam als optioneel persoonsgegeven in vak 13 van de machineleesbare pagina met persoonsgegevens van het paspoort te vermelden?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-353/06 Grunkin et Paul; C-208/09 Sayn-Wittgenstein; C-391/09 Runevic-Vardyn et Wardyn; Specifiek beleidsterrein: VenJ