C-118/14 Kieck

Contentverzamelaar

C-118/14 Kieck

Prejudiciƫle hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraken
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   28 april 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   14 mei 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   14 juni 2014
Trefwoorden: compensatie luchtvaartpassagiers

Onderwerp
Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr 295/91

Peggy Kieck boekt een vlucht met verweerster Condor Flugdienst naar Antalya, etd 05-07-2013 om 05.55 uur, maar het vertrek wordt uitgesteld. Om 14.00 uur krijgt verzoekster de mededeling dat de vlucht die dag niet meer zal vertrekken. Zij boekt haar vlucht om en vertrekt met een andere maatschappij naar Antalya waar zij met een vertraging van meer dan drie uur aankomt. Zij dient een vordering in bij verweerster voor compensatie. Verweerster stelt dat dit ongegrond is omdat verzoekster niet met de geboekte vlucht is meegegaan (die de volgende dag door verweerster is uitgevoerd) zodat zij haar rechten krachtens artikel 6 lid 1 punt iii jo. artikel 8, lid 1 van Vo. 261/2004 geldend heeft gemaakt door gebruik te maken van de vergoeding van de ticketkosten en verkrijging van een andere vlucht.
Verzoekster meent dat het onrechtvaardig zou zijn haar het recht op compensatie te ontzeggen wanneer zij na vijf uur vertraging van een andere vlucht gebruik heeft gemaakt. Zij zou dan immers nog veel meer vertraging hebben opgelopen.

De verwijzende DUI rechter legt de volgende vragen voor aan het HvJEU:
1. Verleent artikel 7 van de verordening ook een recht op compensatie wanneer de geboekte vlucht met meer dan drie uur vertraging is vertrokken en de passagier naar een andere luchtvaartmaatschappij omboekt waardoor de aankomstvertraging van de oorspronkelijke vlucht beduidend wordt beperkt, wanneer zowel de oorspronkelijke vlucht als de vervangvlucht met een vertraging van veel meer dan drie uur op de oorspronkelijke bestemming aankomen?
2. Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: Is het hierbij beslissend dat de in artikel 6, lid 1, punt iii, voor de toepassing van artikel 8, lid 1, van de verordening vermelde duur van vijf uur al dan niet is verstreken?
3. Is het relevant of de passagier de omboeking zelfstandig of met behulp van de verwerende partij heeft verricht?

Specifiek beleidsterrein: IenM, mede EZ

Gerelateerde documenten