C-144/17 Lloyd's of London

Contentverzamelaar

C-144/17 Lloyd's of London

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie.

Termijnen: Motivering departement:   22 mei 2017
Concept schriftelijke opmerkingen:       8 juni 2017
Schriftelijke opmerkingen:                   8 juli 2017

Trefwoorden: overheidsopdrachten (verzekeringsdiensten); vertrouwelijkheid offertes; vrije mededinging; gelijke behandeling

Onderwerp: - VWEU artikel 101 en 102 (mededingingsregels);
- richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (overheidsopdrachten voor werken, diensten en leveringen);
- richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II).

De regionale dienst voor milieubescherming van Calabrië (verweerster) heeft een openbare aanbesteding voor verzekeringsdiensten uitgeschreven, verdeeld in zes percelen voor de periode 2016-2018. Criterium voor gunning is de ‘economisch meest voordelige inschrijving’. Ingeschreven hebben onder meer twee bij verzoekster aangesloten syndicaten (Arch en Tokio Marine Kiln). Beide offertes zijn ondertekend door de bijzonder gevolmachtigde van de algemeen vertegenwoordiger van verzoekster voor ITA. Bij maatregel van 29-09-2015 zijn deze twee syndicaten van de aanbesteding uitgesloten wegens schending van een ITA wet die verbiedt dat verschillende inschrijvers deelnemen die zijn terug te voeren op één en hetzelfde beslissingscentrum. Verzoekster gaat in beroep tegen het besluit bij de verwijzende rechter die het beroep 19-01-2016 niet-ontvankelijk verklaart wegens ontbrekend procesbelang. Daarnaast dient verweerster zich opnieuw over de redenen van uitsluiting uit te spreken na advies van de nationale dienst voor corruptiebestrijding (ANAC), waar zij al eerder om had gevraagd. Verweerster doet dat op 14-12-2016 waarmee zij andermaal de twee partijen op dezelfde grond uitsluit. Verzoekster gaat weer in beroep. Zij wijst erop dat Lloyd’s een collectieve rechtspersoon met een meervoudige structuur is, een erkende organisatie van natuurlijke en rechtspersonen (‘members’) die onafhankelijk handelen in groepen die syndicaten worden genoemd. Ook de syndicaten handelen los van elkaar en in onderlinge concurrentie, hoewel zij tot dezelfde organisatie behoren. Ieder land heeft één algemeen vertegenwoordiger voor alle syndicaten die in dat land actief zijn, zoals toegestaan door de EUrichtlijnen. Verweerster wijst op het gebruik door de partijen van identieke formulieren die door dezelfde persoon zijn ondertekend, dat de belastingzegels op de offertes doorlopend genummerd zijn en dat dezelfde bewoordingen en dezelfde verklaringen zijn gebruikt. Zij stelt schending van vertrouwelijkheid van offertes, van vrije mededinging en gelijke behandeling van inschrijvers. Zij vraagt de verwijzende rechter om voorlegging van vragen aan het HvJEU of de nationale bestuursrechtelijke rechtspraak op dit gebied in overeenstemming is met het EUrecht. Handhaving van die rechtspraak zou betekenen dat verzoekster de aanvraag tot deelneming en de offerte van meerdere syndicaten kan ondertekenen zonder daardoor inbreuk te maken op de ITA wet (= geïmplementeerd EUrecht).

De verwijzende ITA rechter (Administratieve Rb Calabrië) ziet dat ter ondersteuning van de huidige opvatting in de rechtspraak wordt verwezen naar rechtszaken die vóór inwerkingtreding van RL 2009/138 speelden. Meer in het bijzonder wordt verwezen naar RL 73/239/EEG waarvan artikel 8 ten aanzien van het VK bepaalt dat ‘Lloyd’s Underwriters’ een toegelaten rechtsvorm is voor verzekeringsondernemingen en (in artikel 10 van de RL) waarin uitdrukkelijk is bepaald dat de ‘underwriters’ in het buitenland door één gevolmachtigde vertegenwoordigd worden. Dit wordt ook bevestigd in de derde verzekeringsRL (92/49). De regelgeving is door invoering van RL 2009/138 niet wezenlijk veranderd. De verwijzende rechter wijst er evenwel op dat de bepalingen niet noodzakelijkerwijs impliceren dat meerdere bij verzoekster aangesloten syndicaten tegelijk aan eenzelfde aanbesteding van een aanbestedende dienst kunnen deelnemen. Hij twijfelt er niet aan dat degene die de offerte ondertekent de inhoud daarvan kent en hij vraagt zich dan ook af of de onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid van de offertes daar niet mee in het gedrang komen. Hij legt het HvJEU de volgende vraag voor:

“Staan de in de Europese mededingingsregels vastgelegde beginselen als bedoeld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), alsmede de daaruit voortvloeiende beginselen, zoals de onafhankelijkheid en de vertrouwelijkheid van de offertes, in de weg aan een nationale regeling zoals uitgelegd in de rechtspraak, volgens welke aan eenzelfde aanbesteding van een aanbestedende dienst gelijktijdig meerdere bij Lloyd’s of London aangesloten syndicaten kunnen deelnemen wier offertes zijn ondertekend door een en dezelfde persoon, te weten de algemeen vertegenwoordiger voor het betrokken land?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:

Specifiek beleidsterrein: EZ

Gerelateerde documenten