C-149/18

Contentverzamelaar

C-149/18

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    25 april 2018
Schriftelijke opmerkingen:                    11 juni 2018

Trefwoorden: wettelijke aansprakelijkheid; verjaringstermijn

Onderwerp:

-           Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II);
-           Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid;

Feiten:
Op 20.08.2015 heeft zich een verkeersongeval voorgedaan in Spanje waarbij een Portugees staatsburger (appellant) schade heeft geleden. Geïntimideerde (Dekra Claims Services Portugal SA) vertegenwoordigt de verzekeringsmaatschappij van de andere (aansprakelijke) bestuurder in Portugal voor schadegevallen. In eerste aanleg is beslist dat het Spaans recht van toepassing is bij bepaling van de verjaringstermijn. Appellant heeft hoger beroep tegen de uitspraak in eerste aanleg ingesteld. De vraag die partijen hebben opgeworpen, is of het Portugees recht dan wel het Spaans recht van toepassing is om te bepalen welke verjaringstermijn geldt op het onderhavige geding, waarin herstel van de schade als gevolg van dat ongeval wordt gevorderd. Geïntimeerde (Dekra Claims Services Portugal SA) stelt dat het Spaans recht van toepassing is, zodat de verjaringstermijn één jaar bedraagt. Appellant voert daarentegen aan dat het Portugees recht van toepassing is, met als gevolg dat de verjaringstermijn drie jaar bedraagt. Appellant baseert zich in wezen op besluit nr. 14/2008-R van 27.11.2008, waarin is bepaald dat de verjaringstermijn van drie jaar van toepassing is overeenkomstig artikel 498(3) van de Código Civil.

Overweging:

Volgens verordening 864/2007 is het Spaans recht van toepassing, dat voorziet in een verjaringstermijn van één jaar. Evenwel is niet uitgesloten dat ook richtlijn 2009/103/EG van toepassing is, alsmede de Portugese regeling inzake het stelsel van de verplichte verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen die voorzien in een verjaringstermijn van drie jaar. Hier is sprake van een spanningsveld als gevolg van een discongruentie tussen artikel 4(1) van verordening 864/2007 en artikel 11 van wetsdecreet nr. 291/2007, dat van toepassing is krachtens artikel 28 van richtlijn 2009/103. Dit spanningsveld leidt tot een ongelijke behandeling van slachtoffers van auto-ongevallen binnen de Europese ruimte, wat in strijd is met het doel van richtlijn 2009/103. Het is van belang om in alle duidelijkheid te beslissen welk recht van toepassing is in het licht van het Unierecht. Daartoe is overgegaan tot het stellen van de prejudiciële vragen aan het Hof.

Prejudiciële vragen:

(a) Heeft de in Portugal geldende regeling voorrang als zijnde een afwijkende dwingende rechtsregel in de zin van artikel 16 van de Rome II-verordening?
(b) Kan diezelfde regel worden opgevat als een bepaling van Unierecht die een collisieregel vastlegt in de zin van artikel 27 van de Rome II-verordening?
(c) Is op een Portugees staatsburger die benadeelde van een verkeersongeval in Spanje is, de verjaringsregel van artikel 498, lid 3, van de Portugese Código Civil van toepassing, overeenkomstig artikel 28 van richtlijn 2009/103/EG?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: FBTO Schadeverzekeringen C-463/06; Katarína Haasová C-22/12; Vitãlijs Drozdovs C-277/12.

Specifiek beleidsterrein: IenM; JenV