C-15/15 New Valmar

Contentverzamelaar

C-15/15 New Valmar

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   06 maart 2015
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   20 maart 2015
Schriftelijke opmerkingen:                   20 april 2015
Trefwoorden: Interne Markt; vrij goederenverkeer

Onderwerp: VWEU artikel 26.2 (Interne Markt); 34 en 35 (verbod invoerbeperkingen)

Twee private partijen, verzoekster New Valmar, gevestigd in Evergem/BEL en verweerster Global Pharmacies Partner Health, gevestigd in Milaan/ITA sluiten in 2010 een concessieovereenkomst tot en met eind 2014 waarbij verweerster wordt aangesteld als exclusieve concessiehouder van verzoekster in ITA. ITA recht is van toepassing verklaard en de Rb Gent is bevoegd om kennis te nemen van mogelijke twistpunten tussen partijen. Eind 2011 beëindigt verzoekster de overeenkomst met een opzegtermijn van vijf maanden. Op 30-03-2012 dagvaardt verzoekster verweerster waarbij zij een vordering indient voor nog niet betaalde facturen + rente en kosten. Verweerster eist een schadevergoeding voor de foutieve beëindiging van de distributieovereenkomst en stelt De verweerster werpt de nietigheid van de facturen van verzoekster wegens strijdigheid met BEL regelgeving en het Vlaamse Taaldecreet van 19.07.1973, welke regels van openbare orde bevatten. Het gaat om de regel dat "de private nijverheids-,handels- en financiebedrijven voor de akten en bescheiden, die voorgeschreven zijn bij de wetten en reglementen (...), de taal van het gebied waar hun exploitatiezetel of onderscheiden exploitatiezetels gevestigd" gebruiken. De litigieuze facturen zijn opgesteld in het Italiaans en aangezien verzoekster is gevestigd in het Nederlandstalige deel van BEL stelt verweerster dan ook nietigheid van de facturen. Verzoekster bestrijdt de strijdigheid met BEL regelgeving niet maar stelt dat de BEL regelgeving strijdig is met VWEU artikelen 26.2, 34 en 35.

De verwijzende BEL rechter (Rechtbank van Koophandel Gent) constateert dat het Taaldecreet recentelijk is gewijzigd naar aanleiding van het arrest Las (C-202/11) waarin het HvJEU oordeelde dat het decreet een afschrikkende werking kan hebben voor uit andere EULS afkomstige niet-NL werknemers hetgeen een beperking van het vrij verkeer oplevert. In het handelsverkeer is het gebruikelijk dat partners communiceren en contracteren in een taal waarin zij elkaar begrijpen. Facturen dienen een contractueel doel en zijn naast een administratief ook een fiscaal instrument. De rechter oordeelt dan ook dat nationale wettelijke bepalingen die het wederzijds begrip beperken mogelijk strijdig zijn met EUrrecht. Aangezien het arrest Las specifiek betrekking heeft op sociale verhoudingen stelt hij het HvJEU de volgende vraag:
“Moet art. 45 VWEU aldus worden uitgelegd dat deze bepaling in de weg staat aan een regeling van een gefedereerde eenheid van een lidstaat, zoals in casu de Vlaamse Gemeenschap in de Federale Staat België, die elke onderneming die zijn exploitatiezetel heeft op het grondgebied van deze eenheid, krachtens art. 52 Wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken (B.S., 2 augustus 1966) juncto art. 10 van het decreet dd. 19 juli 1973 van de Vlaamse Gemeenschap (B.S. 6 september 1973) de verplichting oplegt om facturen met een grensoverschrijdend karakter uitsluitend op te stellen in de officiële taal van deze gefedereerde eenheid, op straffe van door de rechter ambtshalve aan te voeren nietigheid van deze facturen?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-202/11 Las
Specifiek beleidsterrein: EZ mede VenJ

Gerelateerde documenten