C-166/20 Lietuvos Respublikos sveikatos apsaugos ministerija

Contentverzamelaar

C-166/20 Lietuvos Respublikos sveikatos apsaugos ministerija

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     1 juli 2020
Schriftelijke opmerkingen:                     17 augustus 2020

Trefwoorden : erkenning beroepskwalificaties

Onderwerp :

-           VWEU artikelen 45 en 49;

-           Handvest van de grondrechten van de Europese Unie artikel 15;

-           Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (hierna: richtlijn);

 

Feiten:

Het gaat in deze zaak over de weigering om verzoekster te erkennen als een gekwalificeerde apothekeres, omdat haar beroepskwalificaties in meerdere lidstaten van de EU zijn verworven. Verzoekster heeft na een farmacieopleiding van vier jaar haar masterdiploma behaald in het Verenigd Koninkrijk. Zij heeft ook een stage van zes maanden in een apotheek gedaan. Voor het verwerven van kwalificaties in farmacie in het Verenigd Koninkrijk is naast een academische opleiding van vier jaar, een beroepsstage van twaalf maanden in een apotheek vereist. Wegens moeilijke persoonlijke omstandigheden moest verzoekster terugkeren naar Litouwen, waardoor zij haar stageperiode niet heeft voltooid in een apotheek in het Verenigd Koninkrijk. Verzoekster heeft nog eens zes maanden stage gelopen in een apotheek in Litouwen. Verzoekster heeft in wezen voldaan aan de eisen voor het verwerven van de beroepskwalificaties van apotheker in de zin van artikel 44 van de richtlijn, maar zij wordt in de ontvangende lidstaat niet erkend als iemand die in het bezit is van die beroepskwalificaties. Die kwalificaties worden haar niet verleend om louter formele redenen, namelijk het feit dat dat zij niet in het bezit is van een opleidingstitel waaruit de beroepskwalificaties blijken. Zij beschikt niet over een dergelijke opleidingstitel doordat zij wegens moeilijke persoonlijke omstandigheden niet in één enkele lidstaat van de EU aan de eisen voor het verwerven van de kwalificaties van apotheker heeft voldaan, maar zij dat in twee lidstaten van de EU heeft gedaan en zij thans in één daarvan –Litouwen – het beroep van apotheker wil uitoefenen.

 

Overweging:

Het Hof heeft reeds eerder de bepalingen van het algemeen stelsel van erkenning van opleidingstitels uitgelegd (Hocsman, Fernández de Bobadilla) maar de verwijzende rechter kan zich in deze zaak niet door die rechtspraak laten leiden omdat de respectieve omstandigheden verschillend zijn (in voornoemde zaken waren de betrokken personen in het bezit van een opleidingstitel).

 

Prejudiciële vragen:

1. Moet artikel 10, onder b), van richtlijn 2005/36/EG, gelet op het doel van deze richtlijn zoals dit is vastgesteld in artikel 1 ervan, aldus worden uitgelegd dat het van toepassing is in een situatie waarin een persoon geen opleidingstitel heeft verworven omdat hij mogelijkerwijs in meerdere lidstaten van de Europese Unie – in plaats van in één enkele lidstaat – aan de voor het verwerven van de desbetreffende beroepskwalificaties gestelde eisen heeft voldaan? Moet hoofdstuk I („Algemeen stelsel van erkenning van opleidingstitels”) van titel III van richtlijn 2005/36/EG in een dergelijke situatie, waarin een persoon geen opleidingstitel heeft verworven omdat hij mogelijkerwijs in meerdere lidstaten van de Europese Unie – in plaats van in één enkele lidstaat – aan de voor het verwerven van de desbetreffende beroepskwalificaties gestelde eisen heeft voldaan, aldus worden uitgelegd dat de instelling die de kwalificaties erkent ertoe gehouden is de inhoud te beoordelen van alle door de betrokken persoon overgelegde documenten waaruit die beroepskwalificaties kunnen blijken en na te gaan of deze beantwoorden aan de eisen die in de ontvangende lidstaat voor het verwerven van de desbetreffende beroepskwalificaties worden gesteld, alsook om indien nodig compenserende maatregelen op te leggen?

2. Moeten de artikelen 45 en 49 VWEU en artikel 15 van het Handvest, in een situatie zoals die in de onderhavige zaak, waarin de aanvrager wellicht heeft voldaan aan de eisen die worden gesteld voor het verwerven van de beroepskwalificaties van apotheker in de zin van artikel 44 van afdeling 7 van hoofdstuk III, van richtlijn 2005/36/EG maar waarin hij in meerdere lidstaten van de Europese Unie in plaats van in één enkele lidstaat aan die eisen heeft voldaan en hij derhalve niet in het bezit is van de in punt 5.6.2 van bijlage V bij richtlijn 2005/36/EG vermelde opleidingstitel, aldus worden uitgelegd dat de bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaat ertoe gehouden zijn de beroepsopleiding van de aanvrager te beoordelen en deze te vergelijken met de in deze ontvangende lidstaat vereiste beroepsopleiding, de inhoud te beoordelen van de overgelegde documenten waaruit die beroepskwalificaties kunnen blijken en na te gaan of deze beantwoorden aan de eisen die in de ontvangende lidstaat voor het verwerven van de desbetreffende beroepskwalificaties worden gesteld, alsook om indien nodig compenserende maatregelen op te leggen?

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-238/98; C-234/97; C-340/89; C-313/01; C-345/08; C-31/00;

Specifiek beleidsterrein: OCW; EZK;