C-17/25, Societa Cattolica di Assicurazione
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 24 maart 2025 Schriftelijke opmerkingen: 10 mei 2025
Trefwoorden: wettelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen, gezag van gewijsde, doeltreffendheidsbeginsel
Onderwerp: Richtlijn 84/5 inzake wettelijke verzekering motorrijtuigen, art. 2; Richtlijn 2009/103, art. 13(1); doeltreffendheidsbeginsel.
In een geschil waarin de verzekeraar aanspraak maakt op volledige terugvordering van de reeds aan de familieleden van een overleden verkeersslachtoffer betaalde en de nog te betalen bedragen, vraagt de Italiaanse rechter of artikel 2 van richtlijn 84/5 en het Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel zich verzetten tegen toepassing van een nationale bepaling over het gezag van gewijsde van een eerdere rechterlijke uitspraak.
Prejudiciële vragen: 1) Verzet artikel 2 van richtlijn 84/5/EEG zich in een geval als in het onderhavige geding tegen een nationale regeling volgens welke het, doordat een rechterlijke beslissing gezag van gewijsde heeft gekregen binnen de Italiaanse civiele procedure, niet mogelijk is om voor het eerst bij de rechtmatigheidstoetsing de nietigheid aan te voeren van een clausule in een verzekeringsovereenkomst [inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen] die de verzekeraar, in strijd met deze richtlijn, toestaat om zich te verhalen op de vervoerde persoon die zowel gelaedeerde als verzekerde is?
2) Is het beginsel dat de doeltreffendheid van het [Unie]recht voorrang heeft op het gezag van gewijsde ook van toepassing wanneer: a) het gezag van gewijsde afbreuk doet aan het recht op schadevergoeding dat de familieleden van een persoon die is omgekomen door een verkeersongeval op de verzekeraar van de [wettelijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen] hebben op grond van artikel 2 van richtlijn 84/5/EEG; b) de rechthebbende van dat recht zich in de procedure die is afgesloten met de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing die afbreuk doet aan het Unierecht, een volledig passieve houding heeft aangenomen?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: arrest van 30 juni 2005, C-537/03; arrest van 23 oktober 2012, C-300/10; arrest van 19 april 2007, C-356/05; arrest van 19 september 2024, C-236/23; arrest van 23 november 2023, Right to know, C-84/22; arrest van 7 juli 2022, arrest van 7 april 2022, C-116/20; arrest van 17 mei 2022, Unicaja Banco, C-689/19; arrest van 1 oktober 2015, Erste Bank Hungary, C-32/14; arrest van 18 juli 2007, C-119/05.
Specifiek beleidsterrein: JenV