C-189/16 Zaniewicz-Dybeck

Contentverzamelaar

C-189/16 Zaniewicz-Dybeck

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   24 mei 2016
Concept schriftelijke opmerkingen:       10 juni 2016
Schriftelijke opmerkingen:                   10 juli 2016
Trefwoorden: sociale zekerheid; pensioenen; vrij verkeer werknemers

Onderwerp
- VWEU artikel 48 (/vrij verkeer werknemers / sociale zekerheid)
- Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkende en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen;
- Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

Verzoekster, geboren 1940, is van origine POL staatsburger en woont sinds 1980 in ZWE. Zij heeft zowel in POL (19 jaar) als in ZWE (24 jaar) gewerkt. In 2005 vraagt zij het algemeen ouderdomspensioen aan. Op 05-08-2008 wordt haar pensioen vastgesteld op nul SEK. Verzoekster maakt bezwaar dat bij besluit van 01-09-2008 wordt afgewezen met als motivering dat zij zowel ZWE als POL tijdvakken van verzekering had, zodat het pensioen deels berekend op basis van nationale bepalingen en deels overeenkomstig het pro rata-beginsel van artikel 46, lid 2, van Vo. 1408/71. Bij de vaststelling van het zogenaamde theoretische bedrag in de zin van dat artikel kregen de tijdvakken van verzekering in POL een pensioenwaarde die overeenkwam met de gemiddelde pensioenwaarde van de ZWE tijdvakken. Verzoekster gaat in beroep, dat wordt afgewezen omdat de rechter oordeelt dat het pensioen op de pro rata-wijze berekend mocht worden, en vervolgens in hoger beroep bij de verwijzende rechter. Verzoekster stelt dat de wijze waarop het ZWE pensioen wordt berekend immigranten uit andere EULS met lage inkomens benadeelt. De ZWE pensioendienst (verweerster) stelt echter dat de in een andere EULS vervulde tijdvakken recht geven op pensioen van dat land. Het ZWE gegarandeerde pensioen is aanvullend van aard. Indien artikel 47, lid 1, onder d) van de Vo. niet zou worden toegepast leidt dit tot overcompensatie van de pensioenontvanger.

De verwijzende ZWE rechter (Hoogste administratieve Rb) haalt uit rechtspraak van het HvJEU (C-143/97) dat een nationale regel als bepaling inzake vermindering moet worden aangemerkt, indien de daarbij voorgeschreven berekening tot gevolg heeft dat het bedrag van het pensioen waarop betrokkene aanspraak kan maken, wordt verminderd omdat hij een uitkering in een andere EULS geniet. In ZWE is daaruit de conclusie getrokken dat de stapsgewijze vermindering van het gegarandeerde pensioen gelet op het op inkomsten gebaseerde ouderdomspensioen als een regel voor vermindering voor de toepassing van Vo. 1408/71 dient te worden beschouwd en vindt daarom de pro rata berekening plaats.
Het ZWE gegarandeerde pensioen vormt een basisbescherming voor wie een laag of geen inkomen heeft. Voor wie in een andere EULS heeft gewoond krijgt de tijd in het buitenland een fictieve pensioenwaarde, ongeacht of er al dan niet arbeid is verricht. Reden daarvoor is de eerdergenoemde mogelijkheid van overcompensatie. Voor de verwijzende rechter is niet duidelijk of de toepassing door de Zweedse autoriteiten van de artikelen 46, lid 2, en 47, lid 1, onder d), van Vo. 1408/71 verenigbaar is met artikel 3 van die Vo. en met VWEU artikel 48. Hij legt dan ook de volgende vragen voor aan het HvJEU:
(1) Betekent het bepaalde in artikel 47, lid 1, onder d), van verordening nr. 1408/71 dat in een andere lidstaat vervulde tijdvakken van verzekering bij de berekening van het Zweedse gegarandeerde pensioen een pensioenwaarde kunnen krijgen die overeenkomt met de gemiddelde waarde van Zweedse tijdvakken, wanneer de bevoegde instantie een pro rata-berekening overeenkomstig artikel 46, lid 2, van deze verordening verricht?
(2) Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, kan de bevoegde instantie bij haar berekening van het recht op een gegarandeerd pensioen rekening houden met pensioeninkomsten die een verzekerde in een andere lidstaat ontvangt, zonder in te gaan tegen verordening nr. 1408/71?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-282/11 Salgado-Gonzáles
Specifiek beleidsterrein: SZW

Gerelateerde documenten