C-201/14 Bara ea

Contentverzamelaar

C-201/14 Bara ea

Prejudiciƫle hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   9 juni 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   26 juni 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   26 juli 2014
Trefwoorden: bescherming persoonsgegevens; economisch beleid

Onderwerp
- VWEU artikel 124 (verbod bevoorrechte toegang)
- Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens

De groep van verzoeker en vele medestanders bestaat uit (kleine) zelfstandigen. Zij komen op tegen het feit dat zij als gevolg van het onvoorspelbare handelen van de bestuursorganen van de ROE Staat verschillende bedragen hebben moeten betalen wegens toepassing met terugwerkende kracht van die bestuurshandelingen. Daarnaast zou bij de overdracht van hun persoonsgegevens RL 95/46/EG geschonden zijn doordat op basis van een nationaal protocol tussen de belastingadministratie en het ziekenfonds (dat volgens hen geen rechtskracht heeft) persoonsgegevens van de belastingdienst zijn overgedragen aan het ziekenfonds.

De verwijzende ROE rechter van het Hof van Beroep vraagt zich af of deze wijze van overdracht van informatie op Europeesrechtelijke gronden is toegestaan, en een juiste toepassing vormt van VWEU artikel 124. Hij stelt het HvJEU de volgende vragen:
l. Is de nationale belastingdienst, als vertegenwoordiger van het bevoegde ministerie van een lidstaat, een financiƫle instelling in de zin van artikel 124?
2. Kan door middel van een met een bestuurshandeling gelijkgestelde handeling, of een protocol tussen de nationale belastingdienst en een andere overheidsinstelling, de overdracht worden geregeld van de database over de inkomsten van de staatsburgers van een lidstaat door de nationale belastingdienst aan een andere instelling van de lidstaat, zonder dat sprake is van een bevoorrechte toegang als omschreven in artikel 124 VWEU?
3. Valt de overdracht van de database, met als doel de staatsburgers van de lidstaat te verplichten sociale bijdragen te betalen aan de instelling van de lidstaat waaraan de database wordt overgedragen, onder het begrip overweging van bedrijfseconomisch toezicht in de zin van artikel 124 VWEU?
4. Kunnen persoonsgegevens worden verwerkt door een autoriteit waarvoor die gegevens niet waren bestemd, waarbij met terugwerkende kracht financieel verlies voor de betrokkenen ontstaat?

Specifiek beleidsterrein: VenJ

Gerelateerde documenten