C-207/14 Hotel Sava Rogaška

Contentverzamelaar

C-207/14 Hotel Sava Rogaška

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   26 juni 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   12 juli 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   12 augustus 2014
Trefwoorden: milieu (waterbeleid); vrij verkeer goederen

Onderwerp
- Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid [Pb L 327 blz. 1;
- Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (Pb L 164, blz. 45)

Verzoekster verzoek om erkenning van de handelsbenaming voor een natuurlijk mineraalwater wordt afgewezen op de grond dat RL 2009/54 verbiedt dat water uit eenzelfde bron onder verschillende namen in de handel wordt gebracht. Bronwater uit een ander ontspringingspunt van dezelfde bron was al eerder erkend als natuurlijk mineraalwater. Een (hydrogeologisch) rapport van deskundigen ondersteunt deze visie. Water uit dezelfde bron wordt hierin, overgenomen door verweerder (SLV Staat), uitgelegd als water afkomstig van eenzelfde watervoerende laag.
Verzoekster gaat in beroep stellende dat het water uit het door haar bedoelde ontspringingspunt niet hetzelfde is als eerder op de markt gebracht water. Zij kan dat aantonen aan de hand van de chemische samenstelling. Zij meent dan ook dat ‘bron’ en ‘watervoerende laag’ geen inwisselbare begrippen zijn. Haar beroep wordt verworpen net als door de Rb met verwijzing naar het deskundigenrapport, waarop verzoekster in cassatie gaat. Hier stelt zij dat het begrip ‘bron’ in RL 2009/54 door verweerder en door de Rb verkeerd wordt uitgelegd.

De verwijzende SLV rechter (Hooggerechtshof) heeft nadere uitleg nodig over verschillende begrippen uit RL 2000/60 en legt het HvJEU de volgende vragen voor:
1. Moet artikel 8, lid 2, van richtlijn 2009/54/EG aldus worden uitgelegd dat onder “natuurlijk mineraalwater afkomstig van eenzelfde bron” moet worden verstaan:
a) water afkomstig van eenzelfde ontspringingspunt en niet water dat uit verschillende ontspringingspunten wordt gehaald, ook al betreft het water afkomstig van een bron die zich bevindt in dezelfde watervoerende laag van hetzelfde grondwaterlichaam volgens de definitie van “watervoerende laag” en “grondwaterlichaam” van richtlijn 2000/60/EG;
b) water afkomstig van eenzelfde ontspringingspunt en niet water dat wordt gehaald uit verschillende ontspringingspunten, ook al betreft het water afkomstig van een bron die zich bevindt in dezelfde watervoerende laag van hetzelfde grondwaterlichaam volgens de definitie van “watervoerende laag” en “grondwaterlichaam” van richtlijn 2000/60/EG, met dien verstande dat een dergelijke definitie ook omstandigheden in aanmerking neemt als de afstand tussen de ontspringingspunten, de diepte van die punten, de specifieke kwaliteit van het water afkomstig uit een enkel ontspringingspunt (bijvoorbeeld de chemische en microbiologische samenstelling), de hydraulische verbinding tussen de ontspringingspunten, het open of gesloten karakter van de watervoerende laag;
c) al het water afkomstig van een bron in dezelfde watervoerende laag van hetzelfde grondwaterlichaam volgens de definitie van de begrippen “watervoerende laag” en “grondwaterlichaam” van richtlijn 2000/60/EG, ongeacht of het aan de oppervlakte komt vanaf meerdere ontspringingspunten;
d) al het water afkomstig van een bron in dezelfde watervoerende laag van hetzelfde grondwaterlichaam volgens de definitie van de begrippen “watervoerende laag” en “grondwaterlichaam” van richtlijn 2000/60/EG, ongeacht of het aan de oppervlakte komt vanaf meerdere ontspringingspunten, met dien verstande dat een dergelijke definitie ook omstandigheden in aanmerking neemt als de afstand tussen de het water afkomstig uit individuele ontspringingspunten (bijvoorbeeld de chemische en microbiologische samenstelling), de hydraulische verbinding tussen de ontspringingspunten, het open of gesloten karakter van de watervoerende laag?
2. Indien geen van de in vraag 1 voorgestelde oplossingen kan worden aanvaard, moet de uitlegging van het begrip „natuurlijk mineraalwater afkomstig van eenzelfde bron” dan worden gebaseerd op omstandigheden als de afstand tussen de ontspringingspunten, de diepte van die punten, de specifieke kwaliteit van het water afkomstig uit de individuele ontspringingspunten, de hydraulische verbinding tussen de ontspringingspunten, het open of gesloten karakter van de watervoerende laag?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-127/08 Metock
Specifiek beleidsterrein: IenM mede EZ

Gerelateerde documenten