C-230/22 Vlad Magic  

Contentverzamelaar

C-230/22 Vlad Magic  

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     25 augustus
Schriftelijke opmerkingen:                     11 oktober

Trefwoorden: ambtsmisbruik, strafbare feiten, legaliteitsbeginsel

Onderwerp: Artikel 2 VEU

Feiten:

In haar proces-verbaal van 09-05-2013 heeft de rekenkamer van Roemenië met betrekking tot de kapitaaluitgaven op het niveau van de administratieve territoriale eenheid van de gemeente Sărulești vastgesteld dat de gemeenteraad van Sărulești in de periode van 2009 tot en met 2012 op basis van de relevante documentatie heeft ingestemd met de besteding van geld voor werkzaamheden die in werkelijkheid niet zijn uitgevoerd. Die werkzaamheden hadden betrekking op drie investeringsdoelstellingen van het overheidsinvesteringsprogramma voor het jaar 2009. Op 17-03-2014 werd bij de politie aangifte gedaan van door de administratieve territoriale eenheid van de gemeente Sărulești gepleegde strafbare feiten. Na afloop van het strafrechtelijk onderzoek werden de verdachten KN, LY, OC en DW gedagvaard voor de verwijzende rechter. In de dagvaarding wordt KN in wezen ervan beschuldigd dat hij in de periode van 2009 tot en met 2012 in zijn hoedanigheid van burgemeester van de gemeente Sărulești en bij de uitoefening van zijn ambt, zijn taken met betrekking tot betalingen uit overheidsmiddelen niet naar behoren heeft uitgevoerd. Op basis van valse verslagen over de voortgang van de werkzaamheden en valse verklaringen over de aankoop van materialen, die de bouwonderneming SC Vlad Magic srl in de persoon van haar vertegenwoordiger OC had opgesteld en die door OC waren bevestigd, had KN de bouwonderneming namelijk betaald voor werken die niet waren uitgevoerd en materialen die in werkelijkheid niet waren aangeschaft.

Overweging:

In de motivering van het verzoek om een prejudiciële beslissing zet de verwijzende rechter de argumenten uiteen die KN aanvoert ter ondersteuning van zijn verzoek om een prejudiciële verwijzing naar het Hof. Zo betoogt KN, onder verwijzing naar artikel 2 VEU en de artikelen 48 en 49 van het Handvest, alsmede naar het arrest van het Hof (106/77), dat de inhoud van een strafbaar feit als ambtsmisbruik niet mag worden uitgebreid tot algemene handelingen die niet in de betreffende bepaling zijn vermeld, aangezien het strafrecht – ten gevolge van het legaliteitsbeginsel inzake delicten en straffen – niet ten nadele van de verdachte mag worden uitgelegd. Vanuit het oogpunt van artikel 2 VEU en de artikelen 48 en 49 van het Handvest zijn de strafbepalingen van artikel 248 VCP (oud Roemeense wetboek van strafrecht) ruim en vaag geformuleerd, hetgeen leidt tot een hogere mate van onvoorspelbaarheid, wat kan leiden tot een arbitraire of lukrake uitlegging of toepassing van deze bepaling, en volgens het arrest van het EHRM in de zaak C e.a. tegen België in strijd kan zijn met artikel 7, lid 1, van het EVRM.  Concluderend kan worden gesteld dat de bepalingen van nationaal recht betreffende het strafbare feit van ambtsmisbruik niet specifiek aangeven welke feiten strafbaar zijn, en daarnaast in één en dezelfde straf voorzien, ongeacht de aard of de ernst van de feiten.

Prejudiciële vragen:

Verzet artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (inzake de eerbiediging van het beginsel van de rechtsstaat en van de rechten van de mens), gelezen in samenhang met artikel 48, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, inzake de rechten van de verdediging, en artikel 49 van dat Handvest, inzake het legaliteitsbeginsel inzake delicten en straffen, zich tegen een nationale wettelijke regeling die het strafbaar stelt een handeling te verrichten die in strijd is met een wet, zonder daarbij uitdrukkelijk aan te geven op grond van welke wetten of wetsbepalingen de schending strafbaar is?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: (C-106/77)

Specifiek beleidsterrein: JenV, BZK

Gerelateerde documenten