C-25/14 en C-26/14 UNIS ea
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik op C-25/14 en op C-26/14 voor de volledige dossiers van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 4 maart 2014 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 18 maart 2014 Schriftelijke opmerkingen: 18 april 2014 Trefwoorden: vrij verkeer van diensten; transparantie
Onderwerp: VWEU artikel 56 (vrij verkeer diensten), 102 (misbruik machtspositie; 106 (openbare ondernemingen)
Verzoekster in zaak C-26/14 Beaudout Père et Fils heeft in februari 2012 een verzoekschrift ingediend tot nietigverklaring wegens bevoegdheidsoverschrijding van een besluit van 23-12-2011 van de Minister van arbeid, werkgelegenheid en volksgezondheid tot algemeen verbindendverklaring van collectieve afspraken voor het (banket)bakkersbedrijf. Het gaat dan om de aanwijzing van verzekeringsorganen voor de regeling van met name “de dekking (...) van risico’s aangaande de fysieke integriteit of in verband met het moederschap” In de aanvullende overeenkomst krijgt de verzekeringsmaatschappij AG2R Prévoyance, voor een nieuwe periode van vijf jaar, exclusief het beheer toegewezen van het stelsel voor de aanvullende terugbetaling van medische kosten. Er is geen aanbestedingsprocedure aan te pas gekomen, de keuze is door de gezamenlijke sociale partners gemaakt.
De verwijzende FRA RvS vraagt zich af of hier ten rechte de exclusieve bevoegdheid is toegewezen, en legt (in beide zaken) het HvJEU de volgende vraag voor: “Vormt de naleving van de uit artikel 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voortvloeiende transparantieverplichting een dwingende voorafgaande voorwaarde voor het recht van een lidstaat om een collectieve arbeidsovereenkomst die het beheer van een ten voordele van de werknemers ingevoerde verplichte aanvullende verzekering aan één, door de sociale partners gekozen marktdeelnemer toevertrouwt, voor alle ondernemingen van een bedrijfstak algemeen verbindend te verklaren?”
Zaak C-25-14 In deze zaak is het verzoek om een prejudiciële beslissing identiek aan het verzoek in bovenomschreven zaa. De overwegingen ervan zijn in wezen dezelfde. De verschilpunten zijn: Verzoekende partij UNIS vordert de nietigverklaring van een besluit van de Minister van Werk, Werkgelegenheid, Beroepsopleiding en Sociale Dialoog en gaat het om een cao in de Vastgoedsector.
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-203/08 Betfair Specifiek beleidsterrein: EZ