C-25/19 Corporis

Contentverzamelaar

C-25/19 Corporis

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

 

Termijnen: Motivering departement: 5 maart 2019
Schriftelijke opmerkingen: 19 april 2019

Trefwoorden : verzekeringsbedrijf; betekening gerechtelijke stukken

Onderwerp :

- Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II);

- Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken), en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad;

 

Feiten:

Deze zaak betreft de vertegenwoordiger van een schadevergoedingsverzekeraar. Verzoekster (Corporis) is de cessionaris van de schadevergoeding die door de eigenaar van het bij het verkeersongeval betrokken voertuig is gecedeerd. Verweerster is Gefion Insurance A/S (te Kopenhagen) en wordt vertegenwoordigd door Crawford Polska spółka z ograniczoną odpowiedzialnością (te Warschau). In de procedure bij de rechter in eerste aanleg (hierna: Sąd Rejonowy) heeft verzoekster van verweerster vergoeding voor de geleden schade gevorderd. Verzoekster heeft tevens aangegeven dat Crawford Polska spółka z ograniczoną odpowiedzialnością, te Warschau, in naam en voor rekening van verweerster de aansprakelijkheid voor de vergoeding van de geleden schade op zich heeft genomen en dat deze onderneming vóór het proces de gevorderde schadevergoeding gedeeltelijk heeft voldaan. De Sąd Rejonowy heeft de datum voor een terechtzitting vastgesteld en de betekening van het stuk tot inleiding van de gerechtelijke procedure aan verweerder gelast. Dit stuk is overeenkomstig de bepalingen van verordening 1393/2007 verzonden naar verweerster (Kopenhagen). Deze heeft vanwege de taal van het stuk (Pools) geweigerd dit stuk in ontvangst te nemen. Daarom heeft de Sąd Rejonowy verzoekster op 20.07.2018 gelast een voorschot van 5.000 PLN te betalen voor de kosten van de vertaling van stukken ten behoeve van verweerster. Anders zou de procedure worden geschorst. Verzoekster stelt dat er geen reden is om de vertalingskosten te voldoen aangezien verweerster wordt vertegenwoordigd door Crawford Polska spółka z ograniczoną odpowiedzialnością te Warschau. Laatstgenoemde dient voor vertegenwoordiging voor de Poolse rechter en een procedure in het Pools te zorgen. Bij beslissing van 13.09.2018 heeft de Sąd Rejonowy de procedure geschorst omdat verzoekster het voorschot voor de vertaling van de stukken ten behoeve van verweerster niet heeft voldaan. Verzoekster heeft tegen deze beslissing een klacht ingediend en heeft daarbij verzocht de beslissing te vernietigen en verweerster te verwijzen in de kosten van de klachtenprocedure, met inbegrip van de kosten van vertegenwoordiging.

 

Overweging:

De verwijzende rechter betwijfelt het standpunt van de Sąd Rejonowy dat de Deense verzekeringsonderneming de entiteit is waaraan de gerechtelijke correspondentie moet worden betekend. Verder betwijfelt de verwijzende rechter of de Sąd Rejonowy bij de betekening van de stukken aan de Deense verzekeringsonderneming, welke in Polen een schaderegelaar heeft in de zin van artikel 152(1-2) jo. artikel 151 van richtlijn 2009/138, de bepalingen van verordening 1393/2007 correct heeft toegepast. Het antwoord op de gestelde vraag zal in het algemeen van grote invloed zijn op de kosten van grensoverschrijdende gerechtelijke procedures (met inbegrip van de vereiste vertalingen van stukken) en zal daarnaast een bijzondere invloed hebben op de bij de verwijzende rechter aanhangige klachtenprocedure. Indien de vraag bevestigend wordt beantwoord, dient de bestreden beslissing in het hoofdgeding te worden vernietigd en dient de vordering opnieuw te worden betekend aan de schaderegelaar van verweerster in Polen.

 

Prejudiciële vraag:

Moet artikel 152, leden 1 en 2, gelezen in samenhang met artikel 151 van richtlijn 2009/138/EG en overweging 8 van verordening nr. 1393/2007, aldus worden uitgelegd dat de vertegenwoordiging van een schadeverzekeringsonderneming door de aangestelde vertegenwoordiger ook betrekking heeft op de ontvangst van een stuk waarmee een procedure tot schadevergoeding naar aanleiding van een verkeersongeval is ingeleid?

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-14/07; C-519/13; C-139/80;

Specifiek beleidsterrein: JenV; ​​​​​​​

 

Gerelateerde documenten