C-262/13 Aleweld

Contentverzamelaar

C-262/13 Aleweld

Prejudiciële Hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   2 juli 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   18 juli 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   18 augustus 2013
Trefwoorden: compensatie luchtpassagiers

Onderwerp:
Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91

Ekkehard Aleweld vliegt met verweerster Condor op 10 oktober 2011 om 09.20 uur vanaf Palma de Mallorca naar München. Maar de betreffende vlucht gaat pas op 11 oktober om 08.38 uur en arriveert dan ook in München met een vertraging van 25 uur en 17 minuten. Verzoeker heeft daar niet op gewacht, hij is de ochtend van 11 oktober om 05.05 te München gearriveerd. Hij vordert compensatie maar verweerster stelt dat ongegrond omdat verzoeker via vergoeding van de ticketkosten en een andere vlucht zijn rechten heeft verbruikt.
Verzoeker meent dat het niet rechtvaardig is dat hij de hele vertraging had moeten uitzitten om voor compensatie in aanmerking te komen in plaats van het door hemzelf na vijf uur wachten geregelde alternatief.

De verwijzende DUI rechter vraagt zich dan ook af of het HvJEU de betaling van compensaties gemaakte analogie kan worden uitgebreid naar onderhavige zaak waarin de passagier zelf overgaat tot omboeking om een langere wachttijd te voorkomen. Hij stelt drie vragen aan het HvJEU:
1) Verleent artikel 7 van [verordening nr. 261/2004] ook een recht op compensatie wanneer de geboekte vlucht met meer dan drie uur vertraging is vertrokken en de passagier naar een andere luchtvaartmaatschappij omboekt waardoor de aankomstvertraging van de oorspronkelijke vlucht beduidend wordt beperkt, wanneer zowel de oorspronkelijke vlucht als de vervangvlucht met een vertraging van veel meer dan drie uur op de oorspronkelijke bestemming aankomen?
2) Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: Is het hierbij beslissend dat de in artikel 6, lid 1, punt iii, voor de toepassing van artikel 8, lid 1, van de verordening vermelde duur van vijf uur al dan niet is verstreken?
3) Is het relevant of de passagier de omboeking zelfstandig of met behulp van de verwerende partij heeft verricht?

Specifiek beleidsterrein:
IenM

Gerelateerde documenten