C-263/20 Airhelp

Contentverzamelaar

C-263/20 Airhelp

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     4 augustus 2020
Schriftelijke opmerkingen:                     21 september 2020

Trefwoorden : compensatie luchtreizigers;

Onderwerp :

Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: verordening);

 

Feiten:

Passagiers MO en GP boekten een vlucht voor 14-06-2018 via de website k*****.com, waarbij de website een speciaal e-mailadres genereerde voor de boeking. Dit gegenereerde e-mailadres werd als contact e-mailadres opgeslagen in het systeem van de luchtvaartmaatschappij (verweerster). De passagiers hebben hun vorderingen gecedeerd aan verzoekster (Airhelp). Verzoekster vordert €500,- omdat de vlucht meer dan drie uur vertraging heeft opgelopen en omdat de vlucht bijna zes uur is vervroegd. Deze vervroeging werd minder dan zeven dagen voor de vlucht medegedeeld aan de passagiers (op 10-06-2018). Verweerster voert aan dat de vlucht slechts 29 minuten vertraging heeft opgelopen en dat de vervroeging op 23-05-2018 per e-mail is medegedeeld; verweerster beschikte niet over andere contactgegevens. Daarnaast heeft verweerster geen contractuele relatie met k*****.com en wist verweerster niet dat k*****.com alle informatie via het speciaal gegenereerde e-mailadres ontvangt. Van een luchtvaartmaatschappij kan in redelijkheid niet worden verwacht dat zij bij een opgegeven e-mailadres uitzoekt wie de daadwerkelijke eigenaar ervan is. De rechter in eerste aanleg heeft het beroep verworpen. Verzoekster heeft hierop hoger beroep ingesteld bij de verwijzende rechter.

 

Overweging:

De verwijzende rechter moet nagaan of de vervroeging van een vlucht recht geeft op compensatie zoals in het geval van een annulering (eerste vraag). Vervolgens moet worden nagegaan of de passagiers geacht moeten worden daadwerkelijk te zijn geïnformeerd over de annulering (tweede en derde vraag).

 

Prejudiciële vragen:

1) Moeten artikel 5, lid 1, onder c), en artikel 7 van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: „passagiersrechtenverordening”) aldus worden uitgelegd dat de luchtreiziger recht [Or. 2] heeft op compensatie wanneer de vertrektijd van oorspronkelijk 14.40 uur naar 08.25 uur op dezelfde dag wordt vervroegd?

2) Moet artikel 5, lid 1, onder c), i) tot en met iii), van de passagiersrechtenverordening aldus worden uitgelegd dat de toetsing of de annulering aan de passagier is medegedeeld uitsluitend aan de hand van deze bepaling moet plaatsvinden en in de weg staat aan de toepassing van nationaal recht inzake de ontvangst van verklaringen dat ter omzetting van richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn inzake elektronische handel”) is  vastgesteld en een ontvangstfictie bevat?

3) Moeten artikel 5, lid 1, onder c), i) tot en met iii), van de passagiersrechtenverordening en artikel 11 van de richtlijn inzake elektronische handel aldus worden uitgelegd, dat wanneer de vlucht wordt geboekt door de passagier via een boekingsplatform en deze daarbij zijn telefoonnummer en zijn e-mailadres heeft opgegeven, maar het boekingsplatform aan de luchtvaartmaatschappij het telefoonnummer en een door het boekingsplatform automatisch gegenereerd e-mailadres heeft doorgegeven, de bezorging van de mededeling van de vervroeging van de vlucht aan het automatisch gegenereerd e-mailadres als mededeling respectievelijk bezorging van de mededeling van de vervroeging moet worden aangemerkt, ook wanneer het  boekingsplatform de mededeling van de luchtvaartmaatschappij niet of te laat aan de passagier heeft doorgegeven?

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-302/16

Specifiek beleidsterrein: IenW