C-268/18 Onlineshop

Contentverzamelaar

C-268/18 Onlineshop

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    21 juni 2018
Schriftelijke opmerkingen:                    7 augustus 2018

Trefwoorden: douane; gecombineerde nomenclatuur;

Onderwerp:

-           Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 1101/2014 van de Commissie van 16 oktober 2014;
-           Uitvoeringsverordening (EU) nr. 698/2012 van de Commissie van 25 juli 2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur;
-           Uitvoeringsverordening (EU) nr. 459/2014 van de Commissie van 29 april 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen betreffende de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur;

Feiten:

Op 18.07.2016 heeft eiseres (Onlineshop) verweerster (belastingdienst, directoraat-generaal Douane) verzocht om een bindende tariefinlichting (hierna: BTI) voor het product “GPS-navigatiesysteem PNI S506” (hierna: product). In het verzoek heeft Onlineshop voorgesteld dat het product wordt ingedeeld onder tariefpost 8526 91 20 – radionavigatie-ontvangtoestellen in de gecombineerde nomenclatuur (hierna: GN), met het argument dat radionavigatie de hoofdfunctie van het toestel is en het gebruik als tablet-pc een secundaire functie. Op 23.12.2016 heeft verweerster een BTI-beschikking vastgesteld waarin de door Onlineshop voorgestelde tariefindeling niet is overgenomen. Na het doorlopen van de voorafgaande bezwaarprocedure tegen de BTI-beschikking bij verweerster heeft Onlineshop op 02.08.2017 bij de bestuursrechter administratief beroep ingesteld tegen de BTI-beschikking en de beschikking op het voorafgaande bezwaar die door verweerster zijn vastgesteld. Onlineshop voert aan dat de hoofdfunctie van het toestel GPS-navigatie is, door middel van twee vooraf geïnstalleerde navigatietoepassingen. Volgens verweerster vervult het product in kwestie vier functies, namelijk radionavigatie, weergave van audio-/videobestanden, ontvangst voor radio-omroep en scherm, en kan geen van deze functies als de kenmerkende functie van het product worden beschouwd. Hieruit volgt dat voor de interpretatie van de GN, het product is ingedeeld onder de post die van de in aanmerking komende posten het hoogste nummer heeft, namelijk de weergave van videobestanden.

Overweging:

In casu bestrijdt geen van de partijen dat het product in kwestie een GPS-navigatiefunctie heeft en evenmin dat deze niet de enige functie van het toestel is. Het product in kwestie heeft echter nog drie functies. De verwijzende rechter wordt geconfronteerd met een moeilijkheid bij de uitlegging van verordening 2658/87, gezien de rechtsgrond van de door verweerster vastgestelde BTI-beschikking (uitvoeringsverordening 698/2012). De verwijzende rechter vraagt zich af of de genoemde verordeningen bij analogie kunnen worden toegepast, en wat de effecten van toepassing van deze verordeningen zou zijn op de tariefindeling van het product, aangezien deze indeling niet heeft plaatsgevonden volgens de GN-post in die verordeningen. De verwijzende rechter refereert aan de rechtspraak van het Hof betreffende de tariefindeling van een product met meerdere functies (C-143/15 en C-58/14), de omstandigheden en de plaats van gebruik van het product (C-547/13), en de mogelijkheid om een indelingsverordening bij analogie toe te passen (C-435/15 en C-666/15).

Prejudiciële vragen:

1. Moet de gecombineerde nomenclatuur in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad [van 23 juli 1987] met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) 2016/1821 van de Commissie van 6 oktober 2016, aldus worden uitgelegd dat toestellen zoals de GPS-navigatiesystemen PNI S 506, die in het onderhavige geding aan de orde zijn, worden ingedeeld onder tariefpostonderverdeling 8526 91 20 dan wel onder tariefpostonderverdeling 8528 59 00 van die nomenclatuur?

2. Zijn de versies van de gecombineerde nomenclatuur na wijziging bij achtereenvolgens uitvoeringsverordening (EU) nr. 698/2012 van de Commissie en uitvoeringsverordening (EU) nr. 459/2014 van de Commissie relevant voor het bepalen van de juiste tariefindeling van toestellen zoals  de navigatiesystemen die in het onderhavige geding aan de orde zijn, in die zin dat zij naar analogie kunnen worden toegepast op producten die overeenkomen met de betreffende navigatiesystemen? Zou een dergelijke toepassing naar analogie in het voordeel werken van de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur door de douaneautoriteiten?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Oliver Medical C-547/13; Amazon EU C-58/14; G. E. Security C-143/15; GROFA C-435/15 en C-666/15.

Specifiek beleidsterrein:

Gerelateerde documenten