C-278/16 Sleutjes

Contentverzamelaar

C-278/16 Sleutjes

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   22 juli 2016
Concept schriftelijke opmerkingen:       8 augustus 2016
Schriftelijke opmerkingen:                   8 september 2016

Trefwoorden: strafrecht; recht op vertaling

Onderwerp: richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures (PB 2010, L 280, blz. 1)

Verzoeker (NL) heeft op 12-11-2015 een ‘Strafbefehl’ (strafbeschikking van 02-11-2015) betekend gekregen van de Rb Düren op vordering van het OM Aken wegens ‘vluchtmisdrijf’ waarbij hem een boete en rijverbod (ontzegging rijbevoegdheid in DUI) wordt opgelegd. Er staat tevens informatie in over de beschikbare rechtsmiddelen, alsmede de mededeling ‘schriftelijk verzet moet in de DUI taal worden ingesteld’. De beschikking zelf is in de DUI taal gesteld, alleen de mededeling over de rechtsmiddelen is tevens in het NL betekend. Verzoeker heeft op 24-11-2015 per mail in het NL aan de Rb Düren gereageerd en hij heeft op 26-11 navraag gedaan bij de Rb Aken of zijn mail was ontvangen. Hij krijgt daarop per brief van 01-12-2015 (verzonden op 08-12) antwoord van de Rb Düren dat correspondentie in het DUI moet zijn gesteld. Op 01-12-2015 heeft verzoeker alsnog per fax verzet tegen de beschikking aangetekend en verzoek om herstel in de vorige toestand maar dat wordt 02-02-2016 niet ontvankelijk verklaard wegens tardiviteit. Voor herstel in de vorige toestand zijn onvoldoende redenen aangevoerd. Verzoeker stelt hiertegen per fax op 04-02-2016 beroep in. De zaak ligt nu bij de verwijzende rechter.

De verwijzende DUI rechter (Landgericht Aachen) oordeelt dat de Rb Düren terecht de niet-ontvankelijkheid van het verzet heeft uitgesproken. De e-mails waren weliswaar op tijd, maar vormden geen rechtsgeldig verzet. Herstel in de vorige toestand is niet mogelijk omdat de mededeling over rechtsmiddelen in het NL is betekend. Dit is niet in strijd met EUrecht zoals ook bevestigd in arrest C-216/14. Hij vraagt zich wel af of de DUI regelgeving verenigbaar is met RL 2010/64. Het is in de procedure duidelijk geworden dat verzoeker de DUI taal niet beheerst. In de DUI regelgeving wordt in de wet RO dan aan een verdachte het recht toegekend op vertaling in het DUI van een strafbeschikking, terwijl in het WSv alleen gesproken wordt over recht op vertaling van een ‘vonnis’. Hij legt het HvJEU de volgende vraag voor:

“Moet artikel 3 van richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures (PB 2010, L 280, blz. 1) aldus worden uitgelegd dat het begrip “vonnis” in § 37, lid 3, StPO [Strafprozessordnung] mede ziet op strafbeschikkingen in de zin van § 407 en volgende StPO?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-216/14 Covaci;

Specifiek beleidsterrein: VenJ

Gerelateerde documenten