C-287/22 Getin Noble Bank   

Contentverzamelaar

C-287/22 Getin Noble Bank   

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    14 juli 2022
Schriftelijke opmerkingen:                    30 augustus 2022

Trefwoorden: doeltreffend en evenredigheid; oneerlijke bedingen; voorlopige maatregel;

Onderwerp:

•            Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten;

Feiten:

YQ en RJ hebben in 2008 met verweerster Getin Noble Bank een overeenkomst inzake een aan de CFH gekoppeld hypothecair krediet ten bedrage van 643 395 PLN gesloten. Volgens deze overeenkomst is de hoofdsom van het krediet omgezet in CHF volgens de door de bank vastgestelde aankoopkoers en zijn de in de CHF berekende termijnen afgelost tegen een eveneens door de bank vastgestelde verkoopkoers. Verzoekers zijn in kennis gesteld van het effect van de rente- en wisselkoersschommelingen van de valuta op basis van een tabel waarin de bedragen van de krediettermijnen werden vergeleken uitgaande van de veronderstelling dat het kredietbedrag 20% hoger zou zijn en dat de wisselkoers met 15,6 % zou stijgen (wat overeenkwam met het verschil tussen de hoogste en laagste wisselkoers van het jaar daarvoor). Verzoekers hebben de rechter verzocht om genoemde overeenkomst nietig te verklaren.

Overwegingen

Volgens de verwijzende rechter vereisen artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 1, van richtlijn 93/13 in het licht van het doeltreffendheidsbeginsel en het vereiste om te zorgen voor een daadwerkelijk evenwicht tussen de rechten en plichten van partijen dat de nationale rechter in een dergelijk geval, waarin de consument een procedure tegen de verkoper (bank) aanhangig heeft gemaakt met het oog op de vaststelling dat de in de kredietovereenkomst opgenomen bedingen oneerlijk zijn en dat deze overeenkomst bijgevolg nietig is, alsmede met het oog op de terugvordering van de door de consument krachtens de nietige overeenkomst betaalde bedragen (aflossing), alle noodzakelijke maatregelen (met inbegrip van voorlopige maatregelen) treft om ervoor te zorgen dat deze procedure de rechtssituatie tussen de consument en de verkoper definitief regelt. Een dergelijke procedure dient ertoe te strekken dat alle juridische consequenties worden getrokken die door richtlijn 93/13 aan de vaststelling van het oneerlijke karakter van een contractueel beding worden verbonden, waaronder volledige en definitieve tot aflossing strekkende gevolgen, zonder dat de consument wordt genoodzaakt verdere gerechtelijke stappen te ondernemen. Naar het oordeel van de verwijzende rechter dient een dergelijke voorlopige maatregel de juridische en feitelijke situatie van de partijen te consolideren op het tijdstip van inleiding van de procedure, namelijk door middel van de schorsing

voor de duur van de procedure van de verplichting tot het aflossen van de termijnen van hoofdsom en rente die voortvloeien uit een kredietovereenkomst die oneerlijke contractuele bedingen bevat.

Prejudiciële vragen:

Verzetten artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 1, van richtlijn 93/13 zich in het licht van de beginselen van doeltreffendheid en evenredigheid tegen een uitlegging van een nationale regeling of nationale rechtspraak volgens welke de nationale rechter, met name gelet op de verplichtingen van de consument om zijn schulden aan de verkoper te vereffenen of op de goede financiële situatie van de verkoper, een verzoek kan afwijzen van een consument om een voorlopige (bewarende) maatregel die strekt tot schorsing voor de duur van de procedure van de tenuitvoerlegging van een overeenkomst die wegens de schrapping van de erin opgenomen oneerlijke contractuele bedingen waarschijnlijk nietig zal worden verklaard?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-568/14-C-570/14; C-260/18; C-154/15, C-307/15 en C-308/15; C-618/10 (Banco Español de Crédito); C-213/89 (Factortame); C-226/99; C-432/05 (Unibet); C-34/13 ()C-415/11; C-407/18 (Addiko Bank);

Specifiek beleidsterrein: JenV;