C-294/18 Oulun Sähkönmyynti

Contentverzamelaar

C-294/18 Oulun Sähkönmyynti

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    25 juni 2018
Schriftelijke opmerkingen:                    11 augustus 2018

Trefwoorden: energie-efficiëntie; elektriciteit; facturatie

Onderwerp:

-           Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (hierna: richtlijn 2012/27/EU).


Feiten:
Energiemaatschappij Oulun Sähkönmyynti Oy geeft afnemers van de door haar geleverde elektriciteit een korting op de basisvergoeding voor elektriciteit per maand als zij voor een elektronische factuur als wijze van facturering kiezen. Andere wijzen van facturering waren papieren facturen, automatische afschrijving en bij commerciële afnemers ook EBPP-rekeningen (Electronic Bill Presentment and Payment). Volgens de Energiavirasto (energie-autoriteit) komt deze korting er feitelijk op neer dat de energiemaatschappij van afnemers die niet voor een e-factuur hebben gekozen, een afzonderlijke  vergoeding heft. Op grond van artikel 11(1) van richtlijn 2012/27/EU – welke bepaling is omgezet in nationaal recht (§69(5) van de wet inzake de elektriciteitsmarkt) – moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de eindafnemer al zijn facturen en factureringsinformatie betreffende het energieverbruik kosteloos ontvangt. Energiavirasto is van mening dat de korting zich niet verenigt met deze bepaling en dat de energiemaatschappij aan afnemers die niet voor elektronische facturering hebben gekozen de ten onrechte geheven vergoeding terug moet betalen.

Overweging:

De vraag rijst of de korting op de basisvergoeding voor afnemers die voor een e-factuur hebben gekozen, feitelijk betekent dat andere eindafnemers dan degenen die voor een e-factuur hebben gekozen, de factuur niet gratis ontvangen. Daarbij is de vraag of, mocht een dergelijke korting zijn toegestaan, hier aanvullende voorwaarden aan verbonden zijn. Indien de korting niet is toegestaan, rijst de vraag of er vereisten bij de terugbetaling in acht moeten worden genomen. Er is geen eerdere prejudiciële beslissing van het Hof over de uitlegging van artikel 11(1) van richtlijn 2012/27/EU bekend. In casu is evenmin gebleken dat de nationale Finse wettelijke bepalingen strekken tot de toepassing van strengere maatregelen dan die waarin artikel 11(1) van de energie-efficiëntierichtlijn voorziet. De Finse rechter gaat daarom over tot het stellen van prejudiciële vragen.

Prejudiciële vragen:

1. Moet artikel 11, lid 1, van richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van [de] richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG, aldus worden uitgelegd dat de toekenning van een korting op een basisvergoeding voor elektriciteit op grond van een door de eindafnemer gekozen wijze van facturering betekent dat facturen en factureringsinformatie niet kosteloos worden meegedeeld aan eindafnemers die de korting niet hebben ontvangen?

2. Voor zover de eerste prejudiciële vraag ontkennend moet worden beantwoord en het toelaatbaar is om voornoemde korting toe te kennen, vloeien dan uit richtlijn 2012/27/EU specifieke aanvullende voorwaarden voort die bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de korting in acht moeten worden genomen, zoals bijvoorbeeld de vraag of de korting strookt met de door de factureringswijze beoogde kostenbesparing, of de korting betrekking heeft op het aantal factureringen en of de korting ten goede mag komen aan de kring van eindafnemers dankzij wie die de kostenbesparing kon worden gerealiseerd als gevolg van de door hen gekozen wijze van facturering?

3. Voor zover de toekenning van de in de eerste prejudiciële vraag genoemde korting betekent dat van andere eindafnemers dan degenen die voor de speciale wijze van facturering hebben gekozen, vergoedingen in strijd met artikel 11, lid 1, van richtlijn 2012/27/EU zijn geheven, vloeien dan uit het Unierecht bijzondere vereisten voort die bij het besluit over de terugbetaling van de vergoedingen in acht moeten worden genomen?

Specifiek beleidsterrein: EZK

Gerelateerde documenten