C-299/17 VG Media

Contentverzamelaar

C-299/17 VG Media

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie.

Termijnen: Motivering departement:    25 augustus 2017
Schriftelijke opmerkingen:                    11 oktober 2017

Trefwoorden: media; technische voorschriften; auteursrecht

Onderwerp: - Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (in de versie van richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998).

Feiten:

Verzoeker (VG Media) is een vennootschap die de in §87f van het Duitse wet op het auteursrecht (hierna: UrhG) genormeerde rechten van houders van naburige rechten op het digitale uitgeefaanbod uitoefent jegens gebruikers. Op 01.08.2013 trad in Duitsland het in de UrhG geregelde zogenoemde naburige recht voor krantenuitgevers in werking. Het wetsontwerp heeft geen kennisgevingsprocedure doorlopen overeenkomstig richtlijn 98/34/EG.
Verzoeker sluit met de rechthebbenden de “uitoefeningsovereenkomst televisie, radio, uitgever”, op grond waarvan de rechthebbenden de rechten en aanspraken op door hen vervaardigde persproducten in de zin van de UrhG (online, niet print) die hun thans toekomen en gedurende de overeenkomst nog zullen toekomen, exclusief door haar laten uitoefenen. Naar keuze gaat het hier om het recht om delen van persproducten ter beschikking van het publiek te stellen door middel van commerciële zoekmachines en/of het recht om delen van persproducten ter beschikking van het publiek te stellen door middel van diensten die op overeenkomstige wijze content bewerken. Verweerder (Google Inc.) exploiteert onder de domeinnamen www.google.de en www.google.com de bekende zoekmachine voor het vinden van websites (Google Search). Verzoeker richt zich met haar vordering tegen het feit dat verweerder in het verleden tekstfragmenten (snippets) en foto’s uit het aanbod van verzoekers leden voor haar eigen diensten gebruikte zonder daarvoor een vergoeding te betalen. Om die reden vordert zij vaststelling van een verplichting tot schadevergoeding wegens het gebruik van tekstfragmenten, foto’s en bewegend beeld voor het tonen van zoekresultaten en nieuwsoverzichten sinds 01.08.2013. Daarnaast vraagt zij om informatie en vordert zij schadevergoeding

Overweging:

De beslechting van het geding hangt af van in hoeverre de §87f tot en met §87g UrhG van toepassing zijn, aangezien de vordering volgens het Landgericht ten minste deels gegrond is. Volgens de rechtspraak van het Hof mogen voorschriften die in strijd met de overleggings- (kennisgevings-)plicht van artikel 8, lid 1, van richtlijn 98/34/EG tot stand zijn gekomen, niet aan particulieren worden tegengeworpen. Zij dienen buiten toepassing te worden gelaten (C-194/94). Het is echter de vraag of de genoemde nationale voorschriften een technisch voorschrift in de zin van artikel 8, lid 1, van richtlijn 98/34/EG vormen.

Prejudiciële vragen:

1. Vormt een nationale regeling waarbij het uitsluitend commerciële exploitanten van zoekmachines en commerciële aanbieders van diensten die content bewerken, maar niet andere – eveneens commerciële – gebruikers, wordt verboden om persproducten of delen hiervan (met uitzondering van losse woorden en zeer korte tekstfragmenten) ter beschikking van het publiek te stellen, overeenkomstig artikel 1, punten 2 en 5, van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (in de versie van richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998) een regel die niet specifiek betrekking heeft op de in datzelfde punt gedefinieerde diensten, en, indien dat niet het geval is,

2. vormt een nationale regeling waarbij het uitsluitend commerciële exploitanten van zoekmachines en commerciële aanbieders van diensten die content bewerken, maar niet andere – eveneens commerciële – gebruikers, wordt verboden om persproducten of delen hiervan (met uitzondering van losse woorden en zeer korte tekstfragmenten) ter beschikking van het publiek te stellen een technisch voorschrift in de zin van artikel 1, punt 11, van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (in de versie van richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998), namelijk een eis die moet worden nageleefd en een dienstverrichting betreft.

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: CIA Security International C-194/94;

Specifiek beleidsterrein: VenJ

Gerelateerde documenten