C-300/15 Kohll et Kohll-Schlesser

Contentverzamelaar

C-300/15 Kohll et Kohll-Schlesser

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   7 augustus 2015
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   24 augustus 2015
Schriftelijke opmerkingen:                   24 september 2015
Trefwoorden:  inkomstenbelasting; vrij verkeer personen / werknemers; Verdrag tussen Luxemburg en Nederland tot voorkoming van dubbele belasting (CDI)

Onderwerp
VWEU artikel 21 (vrij personenverkeer); artikel 45 (vrij verkeer werknemers)

Verzoekers Charles Kohll en Sylvie Kohll-Schlesser wonen in LUX. Verzoeker is gepensioneerde werknemer van Shell. Hij ontvangt zowel pensioen van Shell als van de NL SVB. Op grond van het belastingverdrag LUX/NL (CDI) kan slechts in de woonstaat belasting worden geheven over pensioenen en andere inkomsten uit vroegere dienstbetrekking. Verzoeker ontvangt daarnaast nog een pensioen uit VK, waarbij geldt dat de staat van vestiging gerechtigd is belasting te heffen. Ook mevrouw Kohll ontvangt een pensioen van de SVB en op grond van het CDI kan LUX ook daarover belasting heffen. Verzoekers komen 20-02-2013 op tegen een besluit van de Directeur directe belastingen (verweerder) over aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2009, 2010 en 2011. Het verwijt is dat verzoekers over de litigieuze jaren geen belastingkrediet voor gepensioneerden is toegekend. Over 2009 is het bezwaar te laat ingediend (fatale termijn is drie maanden na de betekening aanslag op 14-06-2010). De termijn voor 2010 en 2011 is wel gehaald.
Op grond van een LUX regeling hebben gepensioneerde belastingplichtigen in LUX die in het bezit zijn van een belastinginhoudingsformulier recht op een belastingkrediet voor gepensioneerden (CIP). Zonder het genoemde formulier wordt niet verrekend of terugbetaald. Het belastingkrediet wordt uitsluitend via de pensioenschuldenaren verrekend op basis van aantekeningen op het formulier. Deze regeling geldt in beginsel niet voor gelden die niet aan de LUX bronheffing zijn onderworpen, zoals de uitkeringen die verzoekers ontvangen, zodat zij niet aan de voorwaarden voor verkrijgen van belastingkrediet voldoen. Bezwaar op de aanslag over 2009 wordt niet ontvankelijk verklaard (termijn), bezwaar over 2010 en 2011 wordt voor wat het belastingkrediet betreft afgewezen (23-09-2013). Verzoekers gaan in beroep bij de verwijzende rechter. Verzoeker betwist dat zijn SVB-pensioen in LUX belastbaar is aangezien het een ‘staatspensioen’ betreft en valt onder artikel 20 lid 1 CDI (belastingheffing voorbehouden aan de staat waaruit de pensioenen afkomstig zijn). Dit wordt afgewezen omdat hij geen overheidsfunctie heeft bekleed zodat het pensioen valt onder artikel 19 CDI. Vervolgens vecht verzoeker het belastinginhoudingsformulier aan welke regeling in strijd zou zijn met het vrije verkeer van personen en werknemers binnen de EU. Verweerder bestrijdt verzoekers visie: hij kan geen beroep doen op het vrije verkeer van werknemers uit hoofde van een in het verleden in het buitenland uitgeoefende economische activiteit. Ook het verwijt van ongelijke behandeling wijst hij van de hand. Evenmin is sprake van schending van het recht op vrij personenverkeer. De LUX regeling staat niet in de weg aan verblijf in een andere EULS. Het gaat slechts om de al dan niet heffing van bronbelasting.

De verwijzende LUX rechter (Administratieve Rb) concludeert dat de litigieuze pensioenen in LUX belastbaar zijn en dat verzoeker niet in het bezit is van een belastinginhoudingsformulier. Rest de vraag of het betreffende wetsartikel, waarin toekenning van het belastingkrediet afhankelijk wordt gesteld van bezit van dat formulier verenigbaar is met EURrecht. Hij legt daartoe de volgende vraag aan het HvJEU voor:
“Staat het, met name in artikel 45 VWEU neergelegde, beginsel van het vrije verkeer van werknemers in de weg aan de bepalingen van artikel 139ter van de gewijzigde wet van 4 december 1967 betreffende de inkomstenbelasting, voor zover die bepalingen de toekenning van het daarin bedoelde belastingkrediet voorbehouden aan personen die in het bezit zijn van een belastinginhoudingsformulier?”

Specifiek beleidsterrein: FIN mede SZW

Gerelateerde documenten