C-303/16 Solar Electric Martinique
Prejudiciële hofzaak Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 14 juli 2016 Concept schriftelijke opmerkingen: 30 juli 2016 Schriftelijke opmerkingen: 30 augustus 2016
Trefwoorden: btw
Onderwerp: Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (Pb L 145, blz 1) (Zesde BTW-RL)
Verzoekster is actief op het gebied van verkoop en installatie van zonne-energiegerelateerde toestellen in Martinique. Zij rekent slechts btw over de installatiekosten. Na controle over de periode 01-01-2005 t/m 31-12-2007 oordeelt verweerster (belastingdienst) dat het om ‘werken in onroerende staat’ gaat, zodat ook de kosten van het geleverde materiaal in aanmerking moesten worden genomen. Verzoekster ontvangt een gecorrigeerde aanslag; tegen dat besluit start verzoekster een procedure. De Rb wijst 26-06-2012 haar verzoek tot vaststelling dat zij de gecorrigeerde aanslag niet verschuldigd is af, in beroep wordt dit oordeel bevestigd (10-07-2014). De zaak ligt nu voor bij de Raad van State.
De verwijzende FRA RvS stelt vast dat in het FRA algemene belastingwetboek in bepaalde gevallen voor (onder meer) Martinique vrijstellingen van btw zijn opgenomen, gespecificeerd als “lichtgevoelige halfgeleiderelementen, daaronder begrepen fotovoltaïsche cellen, ook indien samengevoegd tot modules of tot panelen” zodat slechts btw over de installatiekosten hoeft te worden berekend, met als uitzondering dat materiaalkosten wel moeten worden belast indien sprake is van ‘werken in onroerende staat’. Het betreffende artikel geldt alleen voor de FRA overzeese gebiedsdelen en valt dus ook buiten het territoriale toepassingsgebied van de Zesde RL, maar de bepaling over ‘werken in onroerende staat’ geldt ook voor het FRA moederland en die gaat over omzetting van de Zesde btw-RL, zodat uniforme uitleg noodzakelijk is. De verwijzende rechter heeft dan ook antwoord nodig van het HvJEU op de vraag
“of de verkoop van fotovoltaïsche panelen en zonneboilers en de installatie daarvan op onroerende goederen of teneinde onroerende goederen van elektriciteit of warm water te voorzien, kunnen worden beschouwd als één enkele handeling betreffende werken in onroerende staat in de zin van artikel 5, lid 5, en artikel 6, lid 1, van de Zesde richtlijn van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, thans artikel 14, lid 3, en artikel 24, lid 1, van de richtlijn van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.”
Aangehaalde (recente) jurisprudentie:
Specifiek beleidsterrein: FIN