C-306/13 LVP

Contentverzamelaar

C-306/13 LVP

Prejudiciële Hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwizingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   19 juli 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   5 augustus 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   5 september 2013
Trefwoorden: internationale handel (invoer bananen); GATT/WTO; douanerechten; Communautair douanewetboek (CDW)

Onderwerp:
- Verordening (EG) nr. 1964/2005 van de Raad van 29 november 2005 inzake de invoertarieven van bananen (Pb L 316 van 2.12.2005, blz. 1);

Verzoekster is importeur van bananen. Zij vraagt aan de BEL douane op grond van artikel 236 CDW teveel betaalde invoerrechten terug over het tweede tot en met het vierde kwartaal 2006 voor uit Latijns-Amerika afkomstige bananen maar dat verzoek wordt afgewezen. Bezwaar tegen dat besluit wordt ongegrond verklaard. Verzoekster legt de zaak dan voor aan de rechtbank van eerste aanleg te Brussel (verwijzende rechter). Volgens de EU is per 01-01-2006 een nieuw ‘bananenregime’ van kracht, volgens Vo. 1964/2005 waarin tarieven zijn vastgelegd voor bananen afkomstig uit niet-ACS-landen. Maar volgens verzoekster kon dit slechts worden toegepast vanaf 'de overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen' dd. 15-12-2009 die volgt op de eerder gesloten invoerregeling van de EEG in 1993 ter bescherming van relatief kleine bananenboeren uit de ACS-landen. Verzoekster bestrijdt met name de geldigheid van het volgens verweerder (BEL staat) geldende invoertarief van € 176/ton in het licht van WTO-recht. Zij vraagt de Rb hierover een prejudiciële vraag aan het HvJEU voor te leggen.

De verwijzende BEL rechter oordeelt dat WTO-bepalingen weliswaar geen rechtstreekse werking hebben zodat private partijen er zich niet op kunnen beroepen. Maar uit jurisprudentie van het HvJEU blijkt dat de EU-regelgeving wel aan WTO-recht kan worden getoetst. Hij beziet de prijsontwikkeling van de bananenimport en concludeert dat de GATT-onderhandelingen nog niet waren afgerond in het tweede tot en met vierde kwartaal 2006, zodat het oude tarief van € 75/ton nog steeds van kracht had moeten zijn. Hij besluit dan ook dat voor het beslechten van deze zaak het stellen van een vraag aan het HvJEU, zoals verzocht door LVP, noodzakelijk is:
"Schendt Verordening (EG) nr. 1964/2005 van de Raad van 29 november 2005 inzake de invoertarieven van bananen (Pb L 316 van 2.12.2005, blz. 1), zoals toegepast door de Europese Unie in de periode van 1 januari 2006 tot en met 15 december 2009, artikel 1,. artikel XIII, lid 1; artikel XIII, lid 2, sub d; artikel XXVIII; en/of eender welk ander toepasselijk artikel van de GATT 1994, afzonderlijk of gezamenlijk genomen, doordat zij een invoertarief van € 176/ton instelde voor bananen (GN-code 08030019), in tegenstrijd met de door de EG onderhandelde concessies voor bananen, alvorens hieromtrent een nieuwe onderhandelde overeenkomst werd bereikt in het kader van de WTO?"

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: T-135/01 Fedon; C-377/02 Leon van Parys
Specifiek beleidsterrein: BZ-BEB
Mede FIN