C-307/13 Ivansson ea

Contentverzamelaar

C-307/13 Ivansson ea

Prejudiciële Hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   29 juli 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   15 augustus 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   15 september 2013
Trefwoorden: informatieprocedure normen en technische voorschriften

Onderwerp: Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften

Verzoekers (vier eierproducenten, Ivansson en drie anderen) worden verdacht van overtreding van de wet op de dierenbescherming door hun legkippen de wettelijk geregelde minimale zorg te onthouden. Verzoekers ontkennen de feiten niet maar wel hun strafrechtelijke aansprakelijkheid omdat de ZWE overheid in gebreke zou zijn gebleven door een (wijziging van een) technisch voorschrift uit de verordening op de dierenbescherming niet als zodanig bij de EURCIE aan te melden waardoor die bepaling niet aan burgers kan worden tegengeworpen. Het OM ontkent niet dat het om een technisch voorschrift gaat maar stelt dat de wijziging (het tijdschema voor toepassing van de nieuwe bepaling werd met twee weken ingekort) niet significant genoeg is om opnieuw aan de CIE voor te leggen.
Verzoekers gaan met name in op de tekst van RL 98/34 en de leidraad van de EURCIE voor de informatieprocedure in de diverse taalversies. Het draait met name om het woord ‘significant’, wanneer wijzigingen als zodanig moeten worden beschouwd en dus gemeld. Want de leidraad geeft ook aan dat nieuwe mededeling niet nodig is als het gaat om ‘redactionele wijzigingen zonder inhoudelijke invloed op de voorschriften.’

De verwijzende ZWE rechter oordeelt dat uit alle beschikbare gegevens het in deze zaak niet zo duidelijk is of het HvJEU een nieuwe mededeling noodzakelijk zou achten. Hij besluit dan ook de volgende twee vragen aan het HvJEU voor te leggen:
I. Leidde de verkorting van 1 mei 2003 tot 15 april 2003 van het oorspronkelijk geplande tijdschema voor de toepassing, bij de invoering van § 9 van de verordening op de dierenbescherming (djurskyddsförordning; SFS 2003:105), voor Zweden als lidstaat tot een verplichte nieuwe mededeling van het ontwerp overeenkomstig artikel 8, lid 1, derde alinea, van richtlijn 98/34/EG?
II. Indien volgens het antwoord op de eerste vraag een nieuwe mededeling vereist was, wat zijn de rechtsgevolgen van een verzuim?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-194/94 ‘Securitel’; C-267/03 Lindberg; C-20/05 Schwibbert; C-142/05 Mickelsson & Roos; C-433/05 Sandström
Specifiek beleidsterrein: EZ
(van belang voor alle departementen)

Gerelateerde documenten