C-332/17

Contentverzamelaar

C-332/17

Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie.

Termijnen: Motivering departement:   24 juli 2017
Schriftelijke opmerkingen:                   9 september 2017

Trefwoorden: consumentenbescherming; telefoontarieven (klantenservice)

Onderwerp: Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG (enz).

Verweerder (Bureau voor consumentenbescherming) heeft 15-06-2015 tegen verzoekster (aanbieder tv- en internetdiensten) een beschikking uitgevaardigd met dwangsombepaling omdat verzoekster voor haar op haar website aangeboden (verkorte) klantendienstnummer een hoger tarief rekent dan het normale basistarief. Op dat nummer kunnen klanten die een contract hebben gesloten daarover vragen stellen. Het hogere tarief is volgens de beschikking in strijd met EST recht en met RL 2011/83 en mag alleen worden aangeboden als de aanbieder de meerkosten zelf draagt. De EURCIE heeft 01-12-2014 al verklaard dat het systeem van verkorte nummers in EST niet aan RL 2011/83 voldoet. In de EST wet op de consumentenbescherming is opgenomen dat een hoger tarief alleen aan consumenten die geen contract hebben mag worden opgelegd. Verzoekster biedt alleen keus tussen een lang en een verkort nummer. Verzoekster vraagt de bestuursrechter de beschikking nietig te verklaren omdat die inbreuk zou maken op haar recht haar klanten een betere service te bieden. Het gebruik van het verkorte nummer, naast makkelijk te onthouden, is vanaf het vaste net gratis, alleen met mobiel iets duurder. Zij stelt dat verweerder artikel 21 van RL 2011/83 onjuist uitlegt: daarin staat geen verbod de klant een verkort nummer aan te bieden. Zij kan de beschikking niet uitvoeren omdat het verkorte nummer dan zou moeten worden opgeheven. De rechter verwerpt 22-12-2015 het beroep omdat beslissend is dat geen hogere prijs in rekening gebracht mag worden. Hij acht gevaar voor misleiding aanwezig (het verkorte nummer staat op de startpagina, maar de vermelding van de hogere kosten pas na doorklikken). Verzoekster gaat in hoger beroep maar ook daar vangt zij bot: die rechter wijst er tevens op dat volgens de EST consumentenwet afwijking van de regels nietigheid tot gevolg heeft. De zaak ligt nu voor bij de verwijzende rechter.

De verwijzende EST rechter (Hooggerechtshof) constateert dat in de door verweerder gegeven uitleg artikel 21 van RL 2011/83 een ruimere werking krijgt dan volgens een grammaticale uitleg is toegestaan. Hij wijst op arrest C-568/15 waarin het HvJEU het begrip ‘basistarief’ uitlegt. Nadruk in deze zaak moet liggen op de verplichtingen die verzoekster voor de toekomst worden opgelegd. Ondanks de aangehaalde uitspraak is het voor de rechter onduidelijk of het verenigbaar is met artikel 21 en met de bescherming van de consument wanneer de contractklant de bewuste keuze kan maken of hij voor vragen betreffende een overeenkomst gebruik maakt van het nummer waarvoor het hogere tarief dan het basistarief geldt of het nummer waarvoor het basistarief geldt. Hij legt de volgende vragen voor aan het HvJEU

1. Moet artikel 21 van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 aldus worden uitgelegd dat een aanbieder een telefoonnummer kan openstellen waarvoor een hoger tarief geldt dan het normale tarief, wanneer de aanbieder de consument voor het opnemen van contact over een gesloten overeenkomst naast het telefoonnummer tegen het hogere tarief op begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke wijze ook een vast telefoonnummer tegen het normale tarief aanbiedt?

2. Bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag: Sluit artikel 21 van richtlijn 2011/83 uit dat een consument die uit vrije wil een telefoonnummer tegen een verhoogd tarief gebruikt om in verband met een gesloten overeenkomst contact op te nemen, ofschoon de aanbieder op begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke wijze ook een telefoonnummer tegen het normale tarief heeft opengesteld, verplicht is voor het opnemen van contact met de aanbieder het hogere tarief te betalen?

3. Bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag: verplicht de beperking in artikel 21 van richtlijn 2011/83 de aanbieder, samen met een verkort nummer overal mede te wijzen op een vast nummer tegen het normale tarief en op informatie over de prijsverschillen?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-568/15 Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt/Main;

Specifiek beleidsterrein: EZ en VenJ