C-339/14 Wittmann

Contentverzamelaar

C-339/14 Wittmann

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:    1 september 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   18 september 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   18 oktober 2014
Trefwoorden: strafrecht; rijbewijzen

Onderwerp
- Richtlijn 91/439/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs (Tweede rijbewijsrichtlijn);
- Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (‘Derde rijbewijsrichtlijn’)

Verzoeker Andreas Wittmann wordt 23 januari 2014 veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden wegens ‘rijden zonder rijbewijs’. Verzoeker is (sinds september 2005) in het bezit van een POL EU-rijbewijs maar dat zou hem niet het recht geven om binnen DUI auto’s te besturen. In 2006 is tegen hem bij vonnis een tijdelijk verbod (tot juli 2007) tot afgifte van een nieuw rijbewijs opgelegd, en sindsdien heeft verzoeker in DUI geen nieuw rijbewijs aangevraagd. Reden voor de zware straf is onder meer dat verzoeker al elf keer eerder voor rijden zonder rijbewijs is veroordeeld, en ook andere delicten op zijn strafblad heeft staan.
Verzoeker heeft tegen het vonnis beroep (‘Revision’) ingesteld omdat hij van mening is dat het POL rijbewijs in DUI zonder formaliteit dient te worden erkend.

Volgens de verwijzende DUI rechter (Oberlandesgericht Nürnberg) staat het Unierecht niet in de weg aan toepassing van de DUI nationale bepalingen inzake de toelating van personen tot het wegverkeer. Ook het feit dat de verbodsperiode pas uitvoerbaar is geworden na de afgifte van het POL rijbewijs doet hier niets aan af. Het HvJEU heeft over een geval als het onderhavige nog geen uitspraak gedaan. Hij stelt dan ook de volgende vraag:
“Dient artikel 11, lid 4, van richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad aldus te worden uitgelegd dat met de intrekking van een rijbewijs is gelijk te stellen het geval dat het rijbewijs van de bestuurder van een voertuig niet wordt ingetrokken enkel omdat hem de rijbevoegdheid reeds eerder is ontnomen en hij dus geen rijbewijs heeft, en tegelijkertijd wordt bepaald dat aan deze persoon in ieder geval voor een bepaalde duur geen nieuw rijbewijs mag worden afgegeven?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-1/07 Weber; C-225/07 Möginger; C-321/07 Schwarz
Specifiek beleidsterrein: IenM, mede VenJ

Gerelateerde documenten