C-349/13 Oil Trading Poland

Contentverzamelaar

C-349/13 Oil Trading Poland

Prejudiciële Hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   22 augustus 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   8 september 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   8 oktober 2013
Trefwoorden: douaneindeling; accijns

Onderwerp:
- Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (Pb L 76 van 23 maart 1992, blz. 1), zoals gewijzigd.
- Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (Pb L 283 van 31 oktober 2003, blz. 51, zoals gewijzigd;
- Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van richtlijn 92/12/EEG (Pb L 9 van 14 januari 2009, blz. 12, zoals gewijzigd)

Verzoekster heeft een groot- en kleinhandel in smeeroliën en smeerstoffen die zij koopt in andere EULS. De stoffen worden ingedeeld in GN-codes 2710 19 71 tot en met 99. Verzoekster heeft bij verweerster (douaneAut) informatie gevraagd over accijns op smeeroliën: “Zijn smeeroliën niet onderworpen aan accijns en worden zij niet beheerst door de bepalingen inzake de controles en het verkeer waarin is voorzien bij de horizontale richtlijn en deel III van de accijnswet?”. Zij beroept zich op de rechtstreekse werking van de richtlijnen 92/12 en 2003/96 zodat de smeerolie niet aan accijns onderworpen mag zijn. De POL regeling zou dan ook in strijd zijn met EU-recht met name wegens de belemmerende werking. Maar daar is verweerster het niet mee eens. Smeerolie uit de genoemde GN-codes is energie- en accijnsproduct en daarom, ongeacht het gebruik, aan accijnswetgeving onderhevig. Het product wordt ook niet genoemd in RL 2008/118 en uitsluiting uit de werkingssfeer van richtlijn 2003/96 betekent slechts dat een lidstaat bij de belasting van dergelijke producten niet is gebonden aan geharmoniseerd gemeenschapsrecht.
De rechter in eerste aanleg is het met verzoekster eens dat uitbreiding van de werkingssfeer van de accijnswet tot de intracommunautaire verwerving van smeeroliën die voor andere doeleinden dan verwarmings- of motorbrandstof worden gebruikt, indruist tegen het Unierecht.

In cassatie komt de verwijzende POL rechter tot de slotsom dat ondanks de uitspraak van het HvJEU in de zaak Fendt Italiana tot dusver de vraag of een lidstaat gebruik mag maken van de bevoegdheid tot heffing van een verbruiksbelasting, dat smeerolie die wordt gebruikt voor andere doeleinden dan als motor- en verwarmingsbrandstof, wordt belast volgens de voor de geharmoniseerde accijns geldende regels, waarbij de belasting direct of indirect wordt geheven op het verbruik van (onder richtlijn 2003/96/EG vallende) energieproducten niet is beantwoord. Hij stelt het HvJEU dan ook de volgende vraag:
“Moeten artikel 3, lid 3, van richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (PB L 76 van 23 maart 1992, blz. 1, zoals gewijzigd, en bijzondere uitgave van het PB in het Pools, hoofdstuk 9, deel 1, blz. 179) en het daarmee overeenstemmende, thans geldende artikel 1, lid 3, [eerste alinea], sub a, [en tweede alinea], van richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van richtlijn 92/12/EEG (PB L 9 van 14 januari 2009, blz. 12, zoals gewijzigd) aldus worden uitgelegd dat deze bepalingen niet eraan in de weg staan dat een lidstaat over smeeroliën van de GN-codes 2710 19 71 tot en met 2710 19 99 die voor andere doeleinden dan als verwarmings- of motorbrandstof worden gebruikt, accijns heft overeenkomstig de voorschriften voor de geharmoniseerde accijns op het verbruik van energieproducten?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-145/06 en C-146/06 Fendt Italiana
Specifiek beleidsterrein: FIN

Gerelateerde documenten