C-400/13 em C-408/13 Sanders e.a.

Contentverzamelaar

C-400/13 em C-408/13 Sanders e.a.

Gevoegde prejudiciële Hofzaken

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik op C-400/13 en en op C-408/13 voor de volledige dossiers van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   5 september 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   22 september 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   22 oktober 2013
Trefwoorden: familierecht; erkenning/tenuitvoerlegging besluiten op gebied onderhoudsverplichtingen

Onderwerp: 

-Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (Pb L 7 van 10.1.2009

Zaak C-400/13

In deze zaak gaat het om Sophia Marie Nicole Sanders, geboren in 2011, dochter van Marianne Sanders  (verzoekster). Zij heeft een procedure ingesteld tegen David Verhaegen, haar vader, BEL staatsburger en woonachtig in BEL. Zij vordert levensonderhoud van hem, waartoe zij een verzoekschrift heeft gedeponeerd bij de rechtbank in haar woonplaats, maar er ontstaat een bevoegdheidsprobleem door het feit dat de vader in BEL woont. In de DUI regelgeving is opgenomen dat in geval een deelnemer in de procedure over onderhoudsverplichtingen zijn gewone verblijfplaats niet in DUI heeft uitsluitend tot uitspraak bevoegd is het Oberlandesgericht van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde. Dat zou dan Düsseldorf zijn, maar volgens EU-regelgeving moet het het Amtsgericht Mettmann (waar verzoekster woont) zijn.

Zaak C-408/13
In deze zaak C-408/13 is verzoekster Barbara Huber, 73 jaar. Zij wil geld voor levensonderhoud van haar op Barbados wonende echtgenoot van wie zij sinds eind november 2012 gescheiden leeft. Zij dient haar verzoekschrift in bij het gerecht van haar woonplaats Kehl maar wordt verwezen naar het Oberlandesgericht Karlsruhe. Ook hier ontstaat het probleem dat die verwijzing strijd oplevert met EU-regelgeving (Vo. 4/2009).

De verwijzende DUI rechter twijfelt aan de verenigbaarheid met EUR regelgeving. Hij meent dat het doel van Vo. 4/2009 is het vereenvoudigen van de procedure voor bijdragen in kosten voor levensonderhoud, hetgeen van de nationale regel niet gezegd kan worden. Hij stelt in beide zaken het HvJEU de volgende vraag:
“Is § 28 lid 1, van het Gesetz zur Geltendmachung von Unterhaltsansprüchen im Verkehr mit ausländischen Staaten (Auslandsunterhaltsgesetz - AUG) [wet inzake de inning van levensonderhoud in de betrekkingen met andere staten] van 23 mei 2011, BGBl I blz. 898, in strijd met artikel 3, sub a en b, van verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008?”

Specifiek beleidsterrein: VenJ

Gerelateerde documenten