C-406/15 Milkova
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 18 september 2015 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 04 oktober 2015 Schriftelijke opmerkingen: 04 november 2015 Trefwoorden: gelijke behandeling; ambtenaar; rechten personen met een handicap Onderwerp - Artikel 1 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, in werking getreden op 3 mei 2008, goedgekeurd namens de Europese Gemeenschap bij besluit 2010/48/EG van de Raad van 26-11- 2009; - Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep
Verzoekster mevrouw Petya Dimitrova Milkova is in cassatieberoep gegaan na een uitspraak van de Admin Rb Sovia waarmee haar eis wordt afgewezen tot vernietiging van een besluit van haar werkgever (een nationaal Agentschap) tot beëindiging van haar dienstverband als ambtenaar. Zij werkt vanaf oktober 2008 als bij het Agentschap. In 2014 wordt het aantal arbeidsplaatsen van het Agentschap gewijzigd (verminderd) en krijgt zij een aanzegging van ontslag met opzegtermijn van één maand (per 01-03-2014) omdat haar post niet meer bestaat. Het tegen dat besluit ingestelde beroep wordt verworpen omdat er geen sprake is van schendingen en de rechter constateert dat haar functie niet meer bestaat. Verzoekster is door een Commissie van invaliditeit en psychische stoornissen 50% invalide verklaard. De rechter in eerste aanleg heeft daar geen rekening mee gehouden omdat hij van oordeel was dat de betreffende wettelijke bepaling niet van toepassing is op de arbeidsverhouding van ambtenaren. In de BUL ambtenarenwet wordt niet naar het Wb van arbeid verwezen. Verzoekster stelt dat het ontslag in strijd is met het Wb van arbeid en dat de noodzakelijke toestemming (van de arbeidsinspectie) voor haar ontslag ontbreekt.
De verwijzende BUL rechter (Hoogste Admin rechter) stelt vast dat wanneer verzoekster geen ambtenaar maar werknemer zou zijn geweest zij wel de speciale bescherming van het Wb van arbeid had genoten. Hij constateert dat in de praktijk de beschermingsmechanismen enkel gericht zijn op een bepaalde groep gehandicapten. Bij beëindiging van een dienstverband als ambtenaar wegens inkrimping voorziet de wet niet in bescherming (toestemming arbeidsinspectie). Aangezien het de verwijzende rechter niet duidelijk is in hoeverre het verschil in behandeling van gehandicapten, mede gezien het VN-verdrag en het EU-handvest, toelaatbaar is stelt hij het HvJEU de volgende vragen:
1. Staat artikel 5, [lid] 2, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, de lidstaten toe te voorzien in een specifieke voorafgaande bescherming tegen ontslag, doch enkel voor personen met een handicap die werknemer zijn, welke bescherming evenwel niet geldt voor personen met dezelfde handicap die ambtenaar zijn? 2. Staan artikel 4 en de andere bepalingen van richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, een nationale regeling toe die een specifieke voorafgaande bescherming tegen ontslag enkel toekent aan personen met een handicap die werknemer zijn, en niet ook aan personen met dezelfde handicap die ambtenaar zijn? 3. Staat artikel 7 van voornoemde richtlijn 2000/78 de invoering toe van een specifieke voorafgaande bescherming tegen ontslag voor personen met een handicap die werknemer zijn, welke bescherming evenwel niet geldt voor personen met dezelfde handicap die ambtenaar zijn? 4. Indien de eerste en derde vraag ontkennend worden beantwoord, verlangt dan de eerbiediging van internationale en gemeenschapsrechtelijke bepalingen, gelet op de feiten en omstandigheden in het onderhavige geval, dat de toepassing van de door de nationale wetgever ingevoerde, specifieke voorafgaande bescherming tegen ontslag voor personen met een handicap die werknemer zijn, wordt uitgebreid tot personen met dezelfde handicap die ambtenaar zijn? Specifiek beleidsterrein: BZK en SZW